598
lijkheid om op patrouille honden mede te nemen, die goed onder appèl
staan en zooveel mogelijk afgericht moeten worden op het doorsnuffelen
van het terrein.
Van alle tot 1887 uitgevaardigde regelingen voor den patrouille-
dienst was deze ontegenzeggelijk de beste. Zij had trouwens rekening
gehouden met de practijk. Hoewel er nog altijd sprake was van ie
zwakke patrouilles (minstens 15 man) kon het niettemin eene groote
verbetering worden genoemd, dat zij voortaan altijd door officieren
moesten worden gecommandeerd en ofschoon er nog altijd geene
sprake was van een nachtelijken patrouilledienst, werd deze dienst
over dag veel rationeeler geregeld door daaraan door de bezettingen
van alle posten te doen deelnemen. Voor de troepen uit Kota Radja
werd die dienst zoodoende verlicht; doch de oude bepaling bleef
helaas bestaan, dat de uit Kota Radja gezonden sectorpatrouilles
vijf uren moesten uitblijven, hetgeen voor die patrouilles, welke door
deze regeling minder terrein dau vroeger te doorloopen en te door
zoeken hadden, in elk geval minder noodzakelijk was dan vroeger,
toen die tijd reeds te lang werd geacht, omdat er dan dikwijls zeer
lang of liever te lang gerust werd. 't Is waar, de patrouilledienst
zoude thans meer onder toezicht der compagniescommandanten ge
schieden en die dienst moest tevens „dienstbaar worden gemaakt
aan de oefening van den troep in den marschveiligheidsdienst en den
voorpostendienst"; met het „geboemel" der sectorpatrouilles moest
het uit zijn; doch met zwakke sectiën, die soms 15 a 20 bajonetten
sterk waren en, met het oog op onze tactiek tegen den Atjehschen
vijand, altijd zooveel mogelijk gesloten moeten marcheeren, konden
die oefeningen in voorpostendienst en marschveiligheidsdienst niet veel
te beduiden hebben. Wilde men den troep daarin oefenen, dan moest
dit op het oefeningsterrein geschieden, doch allerminst op het terrein
van actie; want tegenover eene guerilla, die toen nog elk oogenblik
onze sectorpatrouilles uit eene hinderlaag kon bespringen, waren der
gelijke oefeningen zelfs zeer gevaarlijk, omdat de patrouilles daardoor
vaak verspreid en versnipperd werden. Hiet alleen de plaats ook de
tijd voor dergelijke oefeningen was slecht gekozen. Door het oefenings
terrein en het terrein van actie als één te beschouwen werd de hoofd
zaak langzamerhand bijzaak en omgekeerd. De rapporten en terrein-