602 mogen niet worden vervoerd door Atjehers dan gedekt door een pas, die de dagteekening draagt van den dag, waarop het vervoer plaats heeft en waarvan een blanco stuk afgescheurd is. Bij rijst tot geene grootere hoeveelheid dan twee kati's en voor visch tot geene grootere hoeveelheid dan 1/4 kati is echter geen pas noodig. Heeft eenig vervoer plaats in strijd met het voorgaande, dan wordt de houder gearresteerd, Het in brand steken van alang alang, waar deze het vrije uit- en in kijken belet, is ten allen tijde veroorloofd, als het geene schade of gevaar kan stichten. Tegen strooperijen van den troep moet ten strengste gewaakt worden; zie de artt. 175 t/m 181 van het Crimineel Wetboek. Bij den patrouilledienst moet oefening van den troep steeds in het oog worden gehouden. De wenken, gegeven bij mijne nota dd. 28 Maart j. 1., Ho. 483/9 moeten daarbij in acht genomen worden. Het is niet noodig, dat het detachement bijeen blijft.. De detachementscommandant kan zijn troep splitsen in zooveel deelen als er officieren zijn en aan ieder der afdeelingen afzonderlijke opdrachten geven, doch daarbij in 't oog houden, dat zij elkander, zoo noodig, ten spoedigste kunnen onder steunen. De detachementen blijven minstens 3 uren uit. Dit moet echter als een minimum beschouwd worden, waarvan gebruik kan gemaakt worden op de warmste uren van den dag en wanneer de detachementscommandant de overtuiging heeft, dat het binnen het af te patrouilleeren terrein veilig is. Kan bij invallenden zwaren regen niet geschuild worden en is het te voorzien, dat de regen zal aanhouden, dan kan worden teruggekeerd. Bij zwaren repen op het uur van afmarsch wordt gewacht tot de regen ophoudt of vermindert. Wenschelijk is het om de velddienstoefeningen bij de korpsen met dezen patrouilledienst te doen samenvallen op dagen, dat het uur van afmarsch der detachementen daartoe sunstig is. Wanneer detachementen van verschillende korpsen of die korpsen in hun geheel tegelijkertijd in aan elkander grenzende sectoren ageeren, verdient het aanbeveling, dat deze in overleg met elkander eenige ver onderstelling uitvoeren. Het komt er daarbij natuurlijk niet op aan, dat de grenzen der sectoren overschreden worden. In het algemeen geldt, dat aan de grenzen van een aangegeven ter reingedeelte niet angstvallig moet gehouden worden zoo kan het patrouil leeren b. v. van uit Ivota Radja zelfs tot aan de linie van versterkingen worden uitgestrekt en dat der posten de grenzen naar de zijde van Kota Radja overschrijden. Het vertoeven op een der posten moet echter vermeden worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 119