495 eene politiemacht van circa 18000 man op militairen voet organi- seeren, gedeeltelijk uit inlandsche infanteristen en gedeeltelijk uit aangeworven inlanders ook uit Birmah zelf samengesteld, voor zien van inlandsch kader waarbij inlandsche officieren en aange voerd door Europeesche politie-officieren, voor het meerendeel personen zonder militaire opleiding. Gewapend als de Infanterie, was de taak dezer politie in 1887 1. bezetting van een groot deel der militaire posten tot hand having van rust en orde in het onderworpen of bezet gebied des vijands 2. rustelooze doorkruising met patrouilles van dat gebied; 3. optreding tegen kleine benden of enkele personen der guerilla 4. bescherming van de werkzaamheden aan de spoor- en andere wegen; 5. escorteering van transporten of convooien; 6. bewaking van gevangenissen en andere openbare gebouwen en kunstwerken. In Fransch Indo-China heeft de Fransche regeering eene derge lijke politiemacht georganiseerd. Het politiewezen moest in Atjeh uitmuntend georganiseerd zijn. De tijdens het bestuur van den Generaal van der Heijden opgerichte en onder het bestuur van den Gouverneur Pruijs van der Hoeven zooveel gerucht gemaakt hebbende Pradjoerif s of gewapende politie dienaren maakten door hunne organisatie fiasco. Het zou moeilijk gaan, dit politiekorps te willen vergelijken met het onder het bestuur van den Generaal van Teijn opgerichte korps Maréchaussée. Met het oog op de taak, die men in den toestand, waarin het gouvernement van Atjeh en Onderhoorigheden tegenwoordig verkeert, aan de aldaar aanwezige politie zou moeten opdragen, is deze daar voor niet berekend, zoodat een groot gedeelte van die taak gemaks halve aan het leger wordt opgedragen; een beginsel, dat weinig beter is dan het onder het bestuur van den Gouverneur Pruijs van der Hoeven bestaan hebbende om de politie met militaire diensten te belasten. De dienst der zoogenaamde sectorpatrouilles behoorde door de politie te kunnen worden verricht; terwijl wat in Atjeh tot dusver aan de Maréchaussée wordt opgedragen, goed beschouwd, ook door de troepen van de posten en uit Kota Radja zou kunnen wor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 14