633 komt mij voor doordrongen te zijn van de allerellendigste vooruit zichten van de genieofficieren in het algemeen en van de jongeren in het bijzonder. Hij heeft gevoeld, dat de toestand, zooals hij nu is en zich voor de naaste toekomst laat voorzien, onhoudbaar is en dat er iets moet geschieden. Als men nagaat, dat de oudste 1ste luitenant reeds van 1882 officier is en er nog niet het minste vooruitzicht op bevorde ring voor hem bestaat; als men rekent, dat het aantal tot het wapen behoorende kapiteins die, voor zooverre ze thans met verlof of gedetacheerd zijn, successievelijk allen daarbij terugkeeren de formatie met ca 90 pCt. overtreft; als men weet, dat in stede van 8 hoofdofficieren er 11 zijn (9 doen er dienst bij het wapen), dan is het duidelijk, dat men niet van behoorlijke vooruitzichten voor de jongere officieren kan spreken." Zóó werd bereids drie jaar geleden geschreven door een kapitein van het wapen, die na eene voorspoedige carrière voor zich zelf geen reden tot klagen had en er niets bij winnen kon of de positie der luitenants verbeterd werd of' niet. Deze onpartijdige kritikus noemde hun toestand in 1894 al „onhoudbaar" en „zonder voor uitzichten".Kan het ontmoedigender En in welken stijl behooren zich dan de luitenants, wien 't wel aangaat, te uiten? „Er moet iets geschieden." Nu, er is dan ook „iets geschied": de reorganisatie kreeg haar beslag en de vooruitzichten der jongeren werden zelfs de Minister moet 't thans toegeven en terugkomen op zijne ontkenning van vroeger nog een graadje verergerd! De gebeurtenissen hebben sedert kapitein Idenlurg schitterend in het gelijk gesteld. De oudste 1ste luitenant, van wien in het citaat wordt gewaagd, is nauwelijks eenige weken geleden bevorderd, dus haast drie jaar na het verschijnen van het aitikel, terwijl de naastvoorgaande bevorderd was den 26 Juli 1892. Vier en een half jaar had de promotie stilgestaan! Trouwers deze was niet de eerste periode van stilstand, die wij beleefden. Ook van Augustus 1888 tot Februari 1891, in twee en een half jaar, had geen bevordering tot kapitein plaats gegrepen. Inmiddels ging bij de overige wapens de promotie kalm haar gang.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 150