635 geheel zijn diensttijd profiteeren. Zoo sterk was het incompleet, dat 't voldoende was om het voorgeschreven aantal dienstjaren te hebben ten einde bevorderd te worden tot den naasthoogeren rang, Tweede luitenants der genie waren destijds dan ook zoo goed als onbe kend, daar zij haast onmiddellijk na aankomst h. 1.1. bevorderd werden. Dat alles zou in normale omstandigheden, wanneer het wapen maar compleet zou wezen, niet alleen geheel uit zijn, doch dan zou zelfs de door de genieofficieren te maken carrière verre van vlug moeten uitvallen, wat blijken kan uit de volgende beschouwingen. De formatie, welke destijds van kracht was, telde 43 luiteuants en 16 kapiteins, terwijl het verloop in den luitenantsrang per jaar be draagt (zie bl 631): 2,20 wegens bevorderingen tot kapitein en 0,80 om andere redenen, t. z. 3. Denken wij ons het wapeu op de normale sterkte, zooals de or ganieke formatie aangeeft, en volgen wij in deze veronderstelling den jongsten 2en luitenant in zijn vermoedelijke loopbaan. Bij aanstelling staat onze luitenant op no. 43 voor kapitein. Daar jaarlijks 3 luitenants afvallen, zou hij, indien deze officieren allen ouder waren, na 43: 3 14^ jaar kapitein kunnen zijn. In de eerste jaren gaat 'c op dat de afvallende luitenants allen ouder zijr, doch eens komt er een tijd, dat onze luitenant in de ranglijst zulk een hoog nummer inneemt, dat onder de 0,80, die jaarlijks als luitenant den dienst verlaten, er ook zijn jonger dan hij en hun heengaan komt hem natuurlijk niec ten goede. Doet zich een zoo danig geval voor, dan hebben voor hem slechts beteekenis de 2,20, welke wegens promotie ontvallen en wordt 's mans bevordering evenredig vertraagd. In het algemeen is dus 14^- jaar, gebaseerd op een geregeld verloop van 3, te gunstig gesteld en zal langer tijd worden vereischt, alvorens de luitenant kapitein is. Hoeveel meer is met de gebrekkige mij ten dienste staande gegevens onmogelijk met juistheid te beoordeelen. Slaan wij er daarom maar een slag in en nemen wij aan, dat daardoor de promotie 11 /2 jaar ca. wordt tegengehouden, wat geenszins overdreven schijnt, en dus bij elot van rekening de normale toestand deze is, dat de luitenant na ruim 15 jaar diensttijd bevorderd wordt tot kapitein. Het aantal mutatiën in den kapiteinsrang en daarboven bedraagt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 152