636 2,20 per jaar. Om overeenkomstige redenen als voor de luitenants werd uiteengezet, zal de jongste kapitein niet 16: 2,20 71/Jjaar in dezen rang vertoeven, doch langer: zeggen wij om niet te over drijven b. v. 9 jaar. Hiermee zijn de subalterne rangen afgehandeld; de luitenant is hoofdofficier. Normaal was dus de promotie, als men na ruim 15 jaar kapitein is en na ruim 24 jaar majoor! Deze cijfers luiden anders dan 8 en 15 jaar en geen wapen of dienst zou ons die benijden. En eenmaal ware 't toch daartoe gekomen, wanneer slechts het wapen compleet zou wezen, wat te bereiken natuurlijk het streven was. Hiermee vertrouwen wij een einde te hebben gemaakt aan het sprookje, dat de genie dank zij hare organisatie het wapen was, waar in de subalterne ran gen snel promotie moest worden gemaakt. Men ziet, het bewijs is eenvoudig genoeg. Gestadig zou tot den dag, waarop de genie op sterkte zou wezen, de promotie tot kapitein klimmen van 8 tot 15 jaar om daarop constant te bljjven. Ook dit heeft de ondervinding bevestigd. Sedert 1886 is de tijd om den kapiteinsrang te bereikeD, steeds klimmende geweest, tot 9, 10 en eindelijk tot 141 2 jaar. Theoretisch hebben de jongste kapi teins derhalve nog niets te reclameeren. Hoe hard 't moge wezen om 4j/2 jaar later te worden bevorderd dan een ander van dezelfde anciënniteit, zij zijn 't nog geworden binnen den vermoedelijken ter mijn, binnen den termijn, welken eenmaal de Regeering er voor stelde. Het laatste vereischt wellicht eenige opheldering. Wij weten zeer goed, dat nergens geschreven staat, dat de Regering een termijn decreteerde van 15 jaar, waarin de kapiteinsrang behaald zal worden. Doch wat doet zulks er toe af, indien de Regeering eene zoodanige organisatie in het leven riep, dat 't niet eerder kan, en in zooverre hebben wij volkomen gelijk door te beweren, dat haar gedachten- gang bij het ontwerpen der formatie was de luitenants na ca. 15 jaar tot kapitein te promoveeren. Waaraan is 't dan toe te schrijven, dat voor de promotiejaren 1883 en volgende door ons een zooveel grooteren tijd19 a 20 jaar werd becijferd, indien volgens de regelen der kunst 15 jaar ruim het maximum behoorde te wezen? Ons antwoord luidteenig en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 153