DE THEORETISCHE SCHIETOEFEXIXC.EX
DER ARTILLERIE.
Iedere methode van onderwijs heeft hare voor- en tegenstanders.
Zoodra zich eene nieuwe richting baan breekt, verheffen zich stem
men, die op het behoud van bestaande toestanden en lang gevolgde
gewoonten aandringen, en niet zelden gelukt het op die wijze vele
noodzakelijke verbeteringen geruimen tijd tegen te houden. Niets
is natuurlijker, dan dat men ten aanzien van het onderwijs in de
schietkun8t iets dergelijks ziet gebeuren. Langzamerhand zijn echter
de theoretische schietoefeningen der artillerie geheel van karakter
veranderd, en zulks ondanks den heftigsten tegenstand van verschil
lende zijden. Terwijl zij vroeger weinig meer beteekenden dan het
opzeggen en overhooren van schietvoorschriften, hebben zij in den
laatsten tijd een meer wetenschappelijk karakter aangenomen, waarbij
de onderwijzer zich niet meer uitsluitend ten doel stelt den leerlingen
duidelijk te maken hoe men behoort te handelenmaar ook waar.
om men zoo handelen moet. Als een krachtig hulpmiddel om het
onderwijs in dit laatste opzicht zoo vruchtdragend mogelijk te maken,
worden thans 'bij genoemde oefeningen veelal toestellen gebruikt,
waarmede men de verschillende vuren der artillerie min of meer
nauwkeurig kan nabootsen.
Uit den aard der zaak ontbreekt het ook niet aan bestrijders der
nieuwe methode. Zoo is o a. in de tweede aflevering van den loo
penden jaargang van dit tijdschrift de Kapitein der Artillerie W
J. Giel tegen het gebruik van dergelijke toestellen te velde getrok
ken, en adviseert hij daarin tevens tot de oude methode met den
dobbelsteen terug te keeren. Het wil ons echter voorkomen, dat de
argumenten van den Kapitein Giel weinig klemmend zijnwij zullen
daarom in het navolgende de gronden uiteenzetten, waarom wij zijne
zienswijze niet kunnen deelen.