497
De bestuurders vau Atjeh en Onderhoorigheden hebben, na onzen
24-jarigen strijd, in deze richting nog weinig kunnen doen. Het
feit kan niet geloochend worden, dat de inheemsche bevolking van
het onder ons rechtstreekseh gezag staande gedeelte van dit gewest
ook tengevolge van de onvoldoende organisatie van het inlandsch
bestuurnog weinig gedisciplineerd is. De in 1880 door den Gou
verneur van Atjeh aangewende pogingen om binnen het in Groot-Atjeh
door ons bezette gebied Atjehsche bevolkingspatrouilles te laten loopen
hebben schipbreuk geleden.
In 1886 verplichtte de toenmalige Gouverneur van dit gewest, de
'Generaal Demmeni, de bevolking der XIII moekim's Oleh-Karang
om, met hare eigene geweren gewapend en onder aanvoering van
hare kamponghoofden, bij toerbeurt langs de wegen in dat gebied
nachtelijken patrouiliedienst te verrichten. Deze maatregel, die, flink
doorgezet en langzamerhand in andere gedeelten van ons gebied van
toepassing verklaard, zijn nut zou hebben aangetoond, kwam, niet
behoorlijk gecontroleerd door het bestuur te Kota Radja, na den
dood van dien Generaal in het vergeetboek. Yan 1886 liet Toekoe
Heq in Merasa bevolkingspatrouilles loopen. Sedert 1888 heeft ditook
plaats in het gebied van Mescljicl Raija rechteroever en het gedeelte
daarvan op den linkeroever der Atjehrivier. Sedert 1890 loopen er
weder bevolkingspatrouilles in de XIII moekim's Oleh-Karang.
Een groote steun voor elk bestuur is de geheime politie. Aan
-de organisatie hiervan kan voor Atjeh niet genoeg zorg worden be
steed. Een goed werkende spionnendienst voorkomt vele rampen.
Onder welke elementen onze spionnen moeten worden gezocht, weet
«en kundig politieambtenaar, die op de hoogte van den politieken
toestand van het gewest wordt gehouden, het best. Met het „argu
ment irrésistiblb" zij men niet te karig. De geheime politie moet
•over ruime fondsen kunnen beschikken en hare agenten op verschillende
posten, maar vooral op Poeloe-Pinang hebben. Gedurende onze occupa
tie van Atjeh is het herhaaldelijk gebleken, dat het bestuur betere
berichten omtrent Atjeh uit Poeloe-Pinang dan uit Atjeh zelf ontving.
De politie ter zee wordt in Atjeh tot dusver door onze oorlogs
marine uitgeoefend. Zij moet zooveel mogelijk internationale quaes-
tiën voorkomen.