653
schieten geenerlei begrip heeft, na ieder schot „vóór" of achter
laat zeggen, al naar het hem goeddunkt, (1) en dat de Kapitein Giel
dit niet raadzaam acht, blijkt uit het feit, dat hij juist door dien
kanonnier met een dobbelsteen wil laten werpen. Maar dan is die
dobbelsteen ook volmaakt overbodig; hoogstens kan hij dienen om
aan de oefeningen een quasi-geleerd karakter te geven, wat evenzeer
overbodig en zelfs schadelijk is. Wij meenen dan ook te mogen
concludeeren, dat aan het gebruik van den dobbelsteen geene voor
deden, maar wel vele ernstige bezwaren verbonden zijn.
Door den Kapitein Giel wordt, en zulks naar onze meening vol
komen terecht, hooge waarde toegekend aan de oefeningen in eene
vlugge, werktuigelijke toepassing der schietregels, zij het ook, dat
het door hem aangeprezen middel zich daartoe weinig eigent. De
quaestie of de regels goed worden begrepen en of de leerlingen een
goed inzicht in de schietkunst krijgeD, wordt door hem van onder
geschikt belang geacht, en zulks niet, omdat hij dit op zich zelf
een minder belangrijke, onverschillige zaak vindt, maar omdat de
wetenschappelijke opleiding van den artillerie-officier z. i. voldoende
waarborg geeft, dat hij daarvan voldoende op de hoogte is. Het
komt ons echter voor, dat de Kapitein Giel in dit opzicht wel wat
al te optimistisch denkt. Voor zoover wij er over kunnen oordeelen,
laat die opleiding wegens gebrek aan tijd nog zeer veel te wenschen
over; men meene niet, dat eene beknopte leercursus in de kansre
kening voldoende is om in dezen de noodige kennis te verkrijgen.
Wanneer men bedenkt hoeveel wanbegrippen er in dit opzicht nog
heerechen, die niet zelden in officieele voorschriften en reglementen als
vaststaande waarheden worden gehuldigd, komt men tot eene andere
opinie. Er is bovendien nog eene bepaling in bijna alle schietvoor-
schriften, waaraan de Kapitein Giel minder schijnt te hebben gedacht,
namelijk, dat de vuurleider, als de omstandigheden zulks medebrengen,
bevoegd en verplicht is van de regels af te wijken. De vraag, wan
neer zulke omstandigheden zich voordoen en hoe men dan behoort
te handelen, wordt door oefeningen met den dobbelsteen, gelijk de
Kapitein Giel ze wenscht te houden, niet beantwoord; zij leeren
(1) Afgezien natuurlijk van het vraagteeken voor de zes.