498
De elementen der politie te land zijn in Atjeh en Onderhoorig-
heden
1. de gewone politieoppassers, die gedeeltelijk op bureaux der
civiele ambtenaren ordonnansdienst verrichten;
2. de met geweer en sabel gewapende politiedienaren, die men
behalve te Kota-Radja, tegenwoordig ook te Edi, Telok Semaweh,
Segli, Sabang (Poeloe-Weh), Poeloe-Raija en Melaboe vindt;
3. de gewapende politie van enkele Atjehsche hoofden zooals d&
mata-mata's te Edi; en
4. de militaire politie.
De militaire politie wordt, behalve door de krijgsmacht in de
daarvoor bepaalde gevallen, door eene imitatie van gendarmerie uit
geoefend, bekend onder den naam van Maréchaussee. Dit korps
werd in 1890 opgericht. De Gouverneur van Atjeh en Onderhoo-
righeden stelde daarvoor het volgende reglement vast:
Art. 1.
Het korps maréchaussee is eene militaire instelling, wordt gevoerd
boven de formatie van het leger en is onderworpen aan de militaire wet
ten en aan de bepalingen, welke voor het leger van kracht zijn, voor
zooverre hieromtrent niet anders is bepaald bij het reglement, dat is vast
gesteld bij Gouvernements besluit dd. 2 April 1890, No. 10.
Aet. 2.
Het korps is samengesteld en wordt gecommandeerd, zooals in zoo even
genoemd reglement is bepaald.
Art. 3.
Het korps wordt verdeeld in 12 brigades, ieder gecommandeerd door
een Europeesch sergeant; de brigade is samengesteld als volgt:
1 Europeesch sergeant, (commandant)
1 niet-Europeesch sergeant,
1 niet-Europeesch korporaal,
15 niet-Europeesche maréchaussees.
Art. 4.
De brigades vormen zelfstandige onderdeelen, die zooveel mogelijk steeds
in hun geheel optreden, en ook wat hun logies aangaat, zoo min mogelijk
worden gescheiden.