665 onder de wapens komen; zij geven onmiddellijk per telephoon kennis van hetgeen zij vernemen aan den Ci vielen en Militairen Gouverneur en den chef van den Staf en wachten bevelen af. Is de telephoongemeensehap tijdelijk verbroken of wordt niet in tijds geantwoord, dan kunnen de postcommandanten, evenals wanneer zij on verwijld handelen noodig oordeelen, op eigen verantwoordelijkheid maat regelen nemen. Het stellen van hinderlagen. Wanneer de linieeommandant of de post commandanten het noodig of wenschelijk achten, hinderlagen te stellen, dan geven zij aan den Civielen en Militairen Gouverneur en aan den chef van den Staf kennis van de plaats, waar zij worden gelegd, het uur van afmarsch en van terugkeer; ook op het journaal wordt hiervan melding gemaakt. Wanneer om bijzondere redenen na zonsondergang troepen uitrukken, moet daarvan per telephoon kennis worden gegeven, zoo noodig, aan den plaatselijken commandant van Kota Radja en voorts aan de nevenposten en aan den chef van den Staf. De regeling van den veiligheidsdienst binnen de linie van versterkingen in Groot Atjeh treedt den len Februari a. s. in werking; daarbij wordt de aandacht der officieren nog in het bijzonder gevestigd op de voor schriften voor het gevecht van en tot het houden van oefeningen bij de Infanterie. Bovenstaande order, waarop dezelfde aanmerkingen zijn te maken als op de voorgaande, werd bij Commandementsorder van 13 Sep tember 1888, No, 153 ingetrokken, die den veiligheidsdienst binnen de postenlinie ais volgt regelde. Algemeene regeling van den patrouilledienst binnen de linie. Het af te patrouilleeren terrein binnen de linie der versterkingen wordt verdeeld in vier sectoren als volgt. Ie sector, omvat liet terrein tusschen de Atjehrivier en den straalweg Kota Radja Pakan Kroeëng Tjoet; 2e sector, idem het terrein op den linker oever der Atjehrivier, ten noorden en ten westen bepaald door de grenzen van de hoeloebalangschappen Mesdjid Raija (rechter oever), Merasa en Ylmoekims; 3® sector, idem het terrein op den rechter oever der Atjehrivier, be grensd door de Kroeëng Lingkar en den straalweg Kota Radja—Pakan Kroeëng Tjoet; 4e sector, idem het terrein op den rechter oever van den Kroeëng Lingkar, begrensd door den laatstgenoemden straalweg. De patrouilledienst wordt voor de veldbataljons in dien zin geregeld,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 186