666 dat elk bataljon tweemaal in de week een patrouille in den aan het korps toegevoegden sector zendt, zijnde deze aanwijzing: 1® sector, 3e bataljon 2e 3« 15e 4e 12e Het grondgebied van Merasa en c. q. ook het op den linker oever der Atjehrivier gelegen gedeelte van het landschap Mesdjid Raija (rechter oever) worden door gewapende bevolkingspatrouilles afgepatrouilleerd. Eene zoodanige bevolkingspatrouille, die op een der groote wegen eene troepenafdeeling tegenkomt, zal op 15 tot 20 M. afstand halt maken, waarna de aanvoerder den commandant der troepen tegemoet zal gaan en zijn pas zal toonen; omzichtigheid wordt bij deze verkenning aanbevolen. Indien troepen zich in het grondgebied van Merasa begeven met het voornemen om tot oefening als anderszins de groote wegen te verlaten, zal hiervan tijdig kennis gegeven worden aan den hoeloebalang Toekoe Neq. Evenzoo voor het hooger genoemde gedeelte van het landschap Mesdjid Raija (rechter oever) aan Toekoe Nja Mohammad. Het garnizoen te Olehleh patrouilleert, voor zooveel noodig, in de on middellijke omgeving der plaats en de noordoostelijk daarvan gelegen duinstrook, zoo mogelijk tot aan de Koewala Atjeh, een en ander in overleg met Toekoe Neq. Het garnizoen van Lamtih, Lamdjamoe en Blang geeft een detachement, dat de kampong Lamtih en het terrein ten zuiden en ten westen van de lagune en de Kroeëng Ning tot aan den weg Lamtih Lamdjamoe en de trambaan afpatrouilleert. Het garnizoen van Ketapang Doewa en Lampeneroet geeft een detache ment, dat patrouilleert in het terrein tusschen de straalwegen Mandarsa Poetih Ketapang Doewa en Mandarsa Poetih Lampeneroet. Een detachement van het garnizoen Lamreng en Lambaroe doorzoekt het terrein, begrensd ten noorden door de Atjehrivier, ten westen door de Kroeëng Tandjong, ten zuiden en oosten door de opengekapte strook. Een detachement van het garnizoen van Lampermei en Tjot Iri patrouil leert tusschen het voetpad Oleh Karang Pango, den straalweg Oleh Karang Tjot Iri en de Atjehrivier. Het garnizoen van Roempit en Boekit Karang vormt een detachement, dat het terrein tusschen de straalwegen Oleh Karang Tjot Iri en Oleh Karang Boekit Karang doorzoekt. Het garnizoen van Lamjong en Pakan Kroeëng Tjoet geeft een detache ment, dat in de terreinstrook tusschen de Titih Pandjang, de Kroeëng Tjoet en de trambaan patrouilleert. Het garnizoen van Kota Pohama doorzoekt het terrein ten noorden der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 187