677 niet noodig, dat het detachement bijeen blijft; de detachementscomman dant kan zijn troep splitsen in zooveel deelen als er officieren zijn en aan ieder der afdeelingen afzonderlijke opdrachten geven, doch daarbij in 't oog houdende, dat zij elkander, zoonoodig, ten spoedigste kunnen ondersteunen. De detachementen blijven 3 uren of langer uit in verband met de warmere uren van den dag en naarmate de detachementscomrnandant de overtuiging heeft, dat het binnen het af te patrouilleeren terrein veilig is. Regent het of heeft het 's nachts geregend, terwijl het weer op nieuw met regen dreigt, dan gaan de patrouilles niet uit. Krijgen zij onder weg een bui, die een korten duur voorspelt dan kunnen zij, totdat het weder droog is, schuilen; is het daarentegen niet aannemelijk, dat de regen spoedig ophoudt dan wel worden zij door een zware bui verraste zonder dat het mogelijk is te schuilen, zoodat de troep onder de gevolgen, hiervan nat wordt, dan keeren zij terug, tenzij er in verband met de aanwezigheid van den vijand bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, waardoor het wenschelijk of noodig is, vooralsnog niet naar het kwartier terug te keeren. De betrokken commandanten zijn er verantwoordelijk voor, dat een troep, die nat te huis komt, dadelijk zich verschoont en droge kleeren aantrekt. Wenschelijk is het om de velddienstoefeningen bij de korpsen met dezen patrouilledienst te doen samenvallen op dagen, dat het uur van afmarsch der detachementen daartoe gunstig is. Wanneer detachementen van verschillende korpsen of die korpsen in hun geheel tegelijkertijd in aan elkander grenzende sectoren ageeren, verdient het aanbeveling, dat deze in overleg met elkander eenige onderstelling uitvoeren. Het komt er daarbij natuurlijk niet op aan, dat de grenzen der sectoren over schreden worden. In het algemeen geldt, dat aan de grenzen van een aangegeven terrein gedeelte niet angstvallig moet gehouden worden; zoo kan het patrouil leeren b. v. van uit Kota Radja zelfs tot aan de linie van versterkingen worden uitgestrekt en dat der posten de grenzen naar de zijde van Kota Radja overschrijden. Schetskaarten van het doorloopen terrein zijn, indien er niets bijzonders voorvalt althans mijnerzijds niet noodig. Bij vijandelijke ontmoe tingen, beschadigingen aan wegen of bruggen of dergelijke moet echter eene schetsteekening (copij of calque van de kaart op 120000) worden aangeboden, de plaats van de vijandelijke ontmoeting en c. q. van zijne stelling, den aard der beschadiging, enz. aangevende. Regeling omtrent de dagen en uren van uitrukken. De dagen waarop detachementen uitrukken, en de uren van afmarsch worden zoo onregel matig mogelijk gekozen. Nu eens moet twee c. q. drie dagen achtereen een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 198