500 Art. 9. Alle Atjeksche mannen, die niet voorzien zijn van een pas, worden gearresteerd en aan den magistraat overgeleverd; indien zij tracliten te ontvluchten, worden zij neergeschoten. Art. 10. Ieder Atjeher, die met een vuur- of blank wapen buiten zijne woning wordt aangetroffen zonder voorzien te zijn van een pas, die dat wapen dekt, wordt gearresteerd en bij het minste verzet of poging tot ontvluch ting neergeschoten. De gearresteerden worden aan den magistraat overgeleverd. Art. 11. Yermits het verkeer des nachts buiten onze nederzettingen op straffe des doods verboden is, zal een ieder, die zich van af zonsondergang tot zonsopgang buiten de kampong's vertoont, worden neergeschoten, tenzij het mogelijk is hem te arresteeren. De gearresteerden worden den volgenden morgen overgegeven aan den magistraat. Zij, die betrapt worden op roof van telephoondraad of het plegen van beschadiging aan de spoorbaan of bruggen, worden onvoorwaardelijk neergeschoten. 6 Art. 12. Bij het uitbreken van brand binnen de vestiging, waar de maréchaus sees zijn gekazerneerd, beschikt de plaatselijke of plaatselijk militaire commandant over de diensten van die brigades, wier tegenwoordigheid niet elders wordt vereischt, ter beoordeeling van den korpscommandant. Deze brigades zullen zich op het eerste signaal of gerucht van brand onder hunne commandanten naar de plaats van denbrand begeven, alleen gewapend met klewang, en al dadelijk al die maatregelen nemen, welke strek ken kunnen tot verzekering van de veiligheid en tot blussching of beperking van den brand. Zoodra de plaatselijke of plaatselijk militaire commandant of de plaatselijke adjudant op het terrein komt, stellen zich de brigadecom- mandanten onder hunne bevelen. Art. 13. De brigadecommandanten handelen in overleg met elkander en nemen steeds de vereischte voorzorgsmaatregelen, opdat zij 's nachts niet onver wachts op elkander stooten. Ontmoeten zij des nachts eene sterkere vijandelijke macht of geraken zij op eenige andere wijze in moeilijkheden, dan kunnen zij hulp en steun requireeren bij den naastbij gelegen militairen post. De postcommandanten zijn verplicht, steeds de noodige hulp te verleenen, waaronder ook begrepen moet worden geneeskundige hulp, munitieaan vulling, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 19