680 plaatselijken commandant van Kota Radja en voorts aan de nevenposten en aan den Chef van den Staf. Van nachtelijken patrouilledienst in gewone gevallen was dus wederom geeue sprake. Gelukkig, dat spoedig daarna het korps Maréchaussee en vóór de oprichting van dit korps de 2 in 1889 samengestelde en zoo genoemde „bewakingsdetachementen (1)"die als de voorlooper der Maréchaussés zijn te beschouwen met bedoelden dienst werden belast en zoodoende den grond hebben gelegd voor de verbetering der veiligheid binnen de geconcentreerde stelling. Laatstgenoemde Commandementsorder werd vervangen door de Commandementsorder van 27 October 1890, No. 227. Deze luidde: De veiligheidsdienst binnen onze postenlinie in Groot Atjeh wordt ge regeld als volgt I. Indeeling van het af te patrouilleeren terrein. Het af te patrouilleeren terrein wordt verdeeld in vier sectoren: le sector. Het terrein, begrensd door den rechter oever der Atjeh- rivier, den straalweg Panteh Peiraq Pakan Kroeëng Tjoet en den buiten weg Pakan Kroeëng Tjoet Kota Poharaa. 2e sector. Het terrein aan den linker oever der Atjehrivier, aan noord en westzijde begrensd door de hoeloebalangschappen Mesdjid Raija (linker oever), Merasa en VI moekims. 3e sector. Het terrein op den rechter oever der Atjehrivier, begrepen tusschen deze rivier, den straalweg naar Pakan Kroeëng Tjoet en Kroeëng Lingkar en ten oosten begrensl door eene lijn, gaande van Pango (onze vroegere versterking in noordoostelijke richting naar de brug in den straalweg Oleh Karang Tjot Iri. 4e sector. Het terrein, begrensd door de Kroeëng Lingkar, den straalweg naar Pakan Kroeëng Tjoet, de Kroeëng Tjoet tot aan de brug in den (1) De officieele benaming was mobiele bewilcingidetacHernenten. Men telde e- 2, elk gecommandeerd door een luitenant der Infanterie en bestaande uit ongeveer 26 onderoffi cieren on mansohappen. H inne standplaatsen waren oorspronkelijk Kotapang D oewa en Lampeueroet. Ds oommandanten ontvingen slechts bevelen vm of namens den Gou verneur van Atjeh en Ouderhoorigheden en hadden do bevoegdheid, hunne onderhoo- rigen te kiezen. Opgorioht 30 Octobor 1889, werd het detachement van Ketapang Doowa 8 Dooember 1890 en dat van L impenoroet 13 Maart 1891 ontbonden, dus lang na de oprichting van het korps Maréchaussee (zie hierboven). Zjj had len hun ontstaan te danken aan het voortdurend beschadigen van wegen en bruggen, het stelen van telephoondraad en het leggen van m'jaen op oute spoorbanen door den vij ind en bevatten de gewilde elementen voor eene gediioiplineerde oontraguerilla, waarover later meer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 201