682 bevriende kampong tusschen dezen post, de rivier en onze versterking Siroen. Yan de troepen te Kota Radja zullen het 3e, 12e en 14e bataljon ieder tweemaal, het 15e bataljon eenmaal in de week eene patrouille in den aan het korps toegewezen sector zenden. De toewijzing der sectoren wordt driemaandelijks per Commande- mentsorder bekend gemaakt. De voor de posten aangewezen terreingedeelten worden tweemaal 'sweeks doorloopen. Indien troepen in het grondgebied van Merasa of van Toekoe Bantah eene oefening wenschen te houden, zal hiervan tijdig kennis gegeven worden aan den betrokken hoeloebalang. Evenzoo voor het niet onder de sub I omschreven sectoren behoorende gebied Meadjid Raija aan den magistraat te Kota Radja. Over de groote wegen mag natuurlijk in deze gebieden ten allen tijde gemarcheerd worden zonder voorafgaande kennisgeving. IV. Regeling omtrent de dagen en uren van uitrukken. De dagen, waarop detachementen uitrukken, en de uren van afmarsch worden zoo onregelmatig mogelijk gekozen. De patrouilles zullen des voormiddags niet later afmarcheeren dan 6£ uur en des namiddags niet vroeger dan 4£ uur. De uren van afmarsch der korpsen en detachementen, als deze op eenzelfden dag patrouilleeren, moeten onafhankelijk van elkander worden gekozen, ofschoon het geen vereischte is, dat zij steeds verschillen. Voor Kota Radja. De plaatselijke commandant regelt de dagen en uren van afmarsch der sectorpatrouilles van de korpsen te Kota Radja telkens voor één week. Des Zaterdags zendt hij van de regeling van Maandag tot en met Zaterdag d. a. v. afschrift aan iederen korpscommandant ook der Maréchaussée en aan den Chef van den staf, een en ander onder ge heim couvert. De Chef van den Stat bepaalt of bovendien behalve het peloton cavalerie, op een der dagen reeds aan een korps toegevoegd, zie volgende alinea nog zelfstandige cavaleriepatrouilles zullen uit gezonden worden. Eens in de week voegt de plaatselijke comman dant aan het 3e, 12e en 14e bataljon bij toerbeurt een peloton Cavalerie en een sectie Bergartillerie toe; op dien dag zal het geheele bataljon uitruk ken en in den aangewezen sector eene gevechts-of velddienstoefening houden. De korpscommandanten houden de patrouilleregeling zoo lang en zoo strikt mogelijk geheim. Om te kunnen nagaan, waar eene sectorpatrouille zich op een bepaald oogenblik bevindt, zendt de betrokken korpscommaudant aan den Civielen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 203