683 en Militairen Gouverneur per nota eene opgave van de route, die gevolgd zal worden, het uur van afmarsch en de c. q. te houden oefening of verstrekte opdracht. Deze nota's moeten steeds vóór 1 uur namiddag op het stafbureau bezorgd worden van de patrouilles, die dienzelfden°na- middag of den volgenden ochtend uitrukken. Wordt er 's avonds of s nachts gepatrouilleerd, dan deelt de korpscommandant het uur van afmarsch en de te volgen route ook mede aan den commandant van de Maréchaussee en per telephoon aan de postcommandanten, in welker nabijheid de patrouilles mochten kunnen komen. Voor de posten in de linie. De patrouilledien8t van de bezettingen der versterkingen in de linie wordt, ook voor een week te gelijk, door den Chef van den Staf geregeld in verband met dien van Kota Radja. De Chef van den Staf zendt des Zaterdags onder geheim couvert aan de liniecommandanten opgave van de dagen, waarop door de bezettingen moet gepatrouilleerd worden. De postcommandanten regelen, na ontvangst der opgave van den liniecommandant, voor zooveel noodig in overleg met elkander, de uren van afmarsch. Wordt er 's avonds of 's nachts gepa trouilleerd, dan wordt daarvan telephonische mededeeling gedaan, met opgave van uur van afmarsch en te volgen route, aan den Chef van den Staf en den commandant der Maréchaussee. Krijgen de postcommandanten telephonisch bericht van eene bevolen nachtelijke patrouille van korpsen te Kota Radja, dan zorgen zij, dat hunne patrouilles niet op denzelfden tijd hetzelfde terrein doorloopen; zoo noodig wijzigen zij dan het uur van uitzenden hunner patrouilles. V. Sterkte der sectorpatrouilles. De veldbataljons geven, met uitzondering van den dag, dat het geheele korps met de toegevoegde wapens uitrukt, voor den patrouilledienst telkens één compagnie, die uitrukt onder bevel van den compagnies commandant en minstens 2 luitenants en 60 bajonetten sterk moet zijn. De patrouilles van de posten mogen, zoo mogelijk, niet zwakker zijn dan 40 bajonetten, waarbij minstens 2 officieren. De oudste der postcom mandanten, die tezamen patrouilleeren, regelt de samenstelling der pa trouille, ook wat officieren betreft, onder controle van den liniecomman dant. VI. Consignes voor de patrouilleerende troepen. De compagnieën en detachementen patrouilleeren in het terreingedeelte voor hun korps of de posten, waartoe zij behooren, aangewezen, zonder daarom aan de aangewezen grenzen gebonden te zijn. De commandant van de patrouille regelt dezen dienst, zooals hem het meest doelmatig en nuttig voorkomt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 204