688 b. Het gebied van Mesdjid Raija rechteroever en het gedeelte daarvan op den linker oever der Atjehrivier, c. Het gebied van Toekoe Bantah, voor zoover het niet begrepen is in de sub I omschreven sectoren. Deze drie gebieden worden afgepatrouilleerd door bevolkingspatrouilles. Eene dergelijke bevolkingspatrouille, die eene troepenafdeeling tegenkomt, zal op 15 a 20 M. afstand halt maken, waarna de aanvoerder den com mandant der troepen te gemoet zal gaan en zijn pas zal toonen. Voor zichtigheid wordt bij deze verkenning aanbevolen. III- Aanwijzing van de troependie in de verschillende sectoren moe ten patrouilleeren. Van den len sector zal het gedeelte, begrepen tusschen de Titih Pandjang, de Kroeëng Tjoet en den straalweg Panteh Peiraq Pakan Kroeëng Tjoet, doorloopen worden door een vereenigd detachement van Lamjong en Pakan Kroeëng Tjoet; het gedeelte, ten noorden van de lagune en de Kroeëng Lehen tot halfweg Kota Radja Bedil, zoomede het eiland Pohama door een detache ment van Kota Pohama; het overige gedeelte door troepen van Kota Radja. In den 2en sector is het doorzoeken van het terrein, begrepen tusschen de Kroeëng Reloh, de Atjehrivier en de ceintuurbaan tusschen de Kroeëng Reloh en Lambaroe opgedragen aan een vereenigd detachement van Lambaroe en Lamreng; het gedeelte, begrensd door het baanvak Lampeneroet Ketapang Doewa en de straalwegen tusschen die beide posten en Kota Radja tot daar, waar zij samenkomen (nabij Lamlagang) aan een vereenigd detachement van Ketapang Doewa en Lampeneroet; het overige gedeelte van den sector aan troepen van Kota Radja. De 3e sector wordt geheel afgepatrouilleerd door troepen van Kota Radja. De posten Blang, Lamdjamoe en Lamtih geven één detachement, dat door de kampong Lamtih en het terrein ten zuiden en westen van de lagune en de Kroeëng King patrouilleert. Het garnizoen van Olehleh patrouilleert in de omgeving van de plaats en de noordoostelijk daarvan gelegen duinstrook tot aan de Koewala Atjeb, een en ander in overleg met Toekoe Keq. Detachementen, samengesteld uit de bezettingen van Tjot Iri, Roempit en Boekit Karang-, zullen zich, met vermijding van de kampong's, nu en dan door het gebied van Toekoe Bantah bewegen en zulks in overleg met dat hoofd. Een detachement van Lampermei eindelijk zal patrouilleeren door de bevriende kampong tusschen dezen post, de Atjehrivier en Siroen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 209