705
zoodat bij slot van rekening de bepaling wordt toegepast op: 18
6 12 luitenants.
Het verschil tusschen de inkomsten van een kapitein en een lui
tenant bedraagt inclusief huishuur Hte Categorie de hoogste
f 180 x 12 2160 per jaar. De meerdere uitgaven klimmen
dus van f 2160 in dit jaar tot 12 X 2160 ƒ25920 in 1901. Het
volgend jaar bedragen zij vermoedelijk 8 X 2160: f 17280 etc.
Ha 1901 zullen zij waarschijnlijk nog stijgen, doch veel kan dit
dunkt ons bezwaarlijk wezen. Eens moeten toch betere dagen aan
breken. Stellen wij dan ook als maximum der uitgaven 30.000 (1)
wat ongeveer overeenkomt met 14 kapiteins boven de formatie
Ha dit maximum te hebben gepasseerd nemen de uitgaven geleidelijk
af om ten laatste tot nul te dalen.
Bij de plaats gehad hebbende reorganisatie is op de jaarlijksche
uitgaven ten behoeve der genie f 29000 bezuinigd en dat bedrag
staat te vermeerderen, indien de aangekondigde opheffing van den
magazijnsdieust, nog in behandeling opgrond der voorstellen van
de Staatscommissie haar beslag krijgt. Hu valt die som in haar
geheel nog wel niet onmiddellijk af, omdat de reorganisatie slechts
geleideljjk kan worden ingevoerd, doch volgens de Memorie van
Toelichting op de Begrooting voor 1896 schijnt wat dadelijk bezuinigd
wordt, ongeacht hetgeen kan voortvloeien uit opheffing van den dienst
der geniemagazijneo, toch nog f 14000.— te bedragen. (2). Een
groot deel der middelen tot dekking levert alzoo de reorganisatie
en al zou die dan ook geen onmiddellijke bezuiuiging doen ontstaan,
zij zou het toch mogelijk maken om zonder noemenswaardige over
schrijding der vroegere budgetten, een hoogst billijke en belangrijke
lotsverbetering te verleenen. Wat zou de reorganisatie dan zegenrijke
(1) De lotsverbetering der controleurs le kl. op de buitenbezittingen zal niet veel
minder kosten dan genoemd maximum, en deze is nog wel een vaste post, terwijl wjj
slechte tijdelijk meerdere uitgaven vereischen.
(2) Blz. 12— „In het geheel wordt door deze reorganisatie ten slotte eece bezui
niging op de jaarlijksche uitgaven verkregen van 29G00—maar omdat do reorga
nisatie niet dan geleideljjk kan worden ingevoerd, is op deze begrooting aan den
voet vr.n onderafdeeling 91 nog eene som van 15000— uitgetrokken wegens voor het
jaar 1896 nog te verwachten overcompleet boven de nieuwe formatie."