740
voor nachtelijke verdediging harer kampong's tegen vijanden, roovers
of veedieven, maar ook voor de jacht op voor den landbouw scha
delijk gedierte, zooals de in Groot Atjeh talrijke wilde varkens, die
een ware plaag voor de bevolking zijn. Ook de blanke wapens der
bevolking te willen registreeren, is m. i. Diet noodig.
Reeds met onze komst in Atjeh gebood de voorzichtigheid, den
Atjeher slechts ongewapend binnen onze bivouac's, kampementen en
versterkingen toe te laten. Het verbod omtrent het dragen van
wapens door den Atjeher binnen het door ons bezette gebied dag-
teekent van het oogenblik, dat dit gebied onder ons bestuur werd
gebracht. Dat verbod bestond reeds in 1876. (1) De bewering, die
men tegenwoordig nu en dan hoort, dat de Atjeher onder het bestuur
van den Generaal van der Heyden overal gewapend mocht rondloopen,
berust op een misverstand. Het was onder zijn bestuur, dat werd
uitgevaardigd de
Keur van 15 Maart 1879 betreffende het verbod aan de Inlandsche en
daarmede gelijkgestelde bevolking van het aan het Nederlandsch gezag onder
worpen gedeelte van Groot Atjeh ombehoudens de daarbij te bepalen
uitzonderingenzich gewapend op den openbaren weg of op openbare plaat
sen te vertoonen. (2)
Art. I. Het is den Inlander of daarmede gelijk gestelden in het aan
het ÏTederlandsch gezag onderworpen gedeelte van Groot Atjeb. verboden
om zich binnen den Kraton, te Kota Radja en onze liniën en verster
kingen, zoomede op openbare plaatsen of op den openbaren weg te ver
toonen, gewapend met donderbus (3), rèntjong, roedoes of pisoe Atjeh,
lans, sikin pandjang of klewang en pedang Atjeh.
Art. II. Alzoo zal niemand hunner bij de officieren en ambtenaren
in den Kraton dan wel binnen onze liniën en versterkingen toegelaten
maar afgewezen worden, totdat hij ongewapend zal zijn.
Art. III. Hiervan zijn uitgezonderd de dienaren der politie, wanneer
zij in functie zijn, wachthebbenden aan de gardoe's of wachthuizen, de
bloed- en aanverwanten van de door de Regeering erkende Radja's en
hoofden, met hunne volgelingen tot een vastgesteld getal, de laatsten
echter alleen dan, wanneer zij hunnen meester vergezellen.
(1) Zie o. a. de Kroniek aohter den Regeeringsalmanak van Xed. Indië van de
voo rnaams'e gebeurtenissen in Indië seiert de vestiging van ons bestuur aldaar.
(2) Zie de Javasohe courant van 1879.
(S) "Waarom i» het geweer niet genoemd?