742 van wapens door Atjehers (l) zoomede van het verbod betrefien.de den afstand (30 passen) waarop Atjehers zich van den weg moeten verwijderen, bij het passeeren van patrouilles, enz. (Comraandementsorder dd. 1 Augus tus 1884, No. 153) wordt door mij bepaald, dat het voortaan eiken Atjeher ten strengste verboden is, wapens te dragen, terwijl slechts aan hoofden is toegestaan, één wapen naar keuze met zich te voeren. Ook het medevoeren van grasmessen of parang's is den Atjehers ver boden, wanneer zij zich op openbare wegen bewegen of zich naar onze versterkingen begeven. Bij Commaudementsorder van 13 October 1884, No 210 werd, met intrekking van alle orders betreffende het dragen van wapens door A'jehers, de Commandementsorder van 30 December 1879, No. 364 weder van kracht verklaard; alleen moest in de 2e. alinea van art. 3 (2) in plaats van „Militair bevelhebber" gelezen worden: „Civiel en Militair Gouverneur". Bij Commandementsorder van 2 December 1884, No. 246 achtte de Gouverneur het noodig, onder de aandacht te brengen, dat ver gunning tot het dragen van wapens door volgelingen van hoofden, als bedoeld in de 1° alinea van art. 3 der Keur van 15 Maart 1879 (3) zich alleen uitstrekt tot het geval, dat die volgelingen hun hoofd vergezellen. Bij Garnizoeusorder van 25 Februari 1885, No. 78 bracht de Plaatselijke Commandant te Kota Radja de ondervolgende be palingen van den Gouverneur ter kennis van de troepen I. dat het binnen de linie aan Atjehers (hoeloebalang's, d. z. voor name hoofden, uitgezonderd) verboden is, wapens, van welken aard ook, te dragen; II. dat hij, die in het bezit van een of meer wapens bevonden wordt, zal gearresteerd worden en bij verzet worden neergeschoten; (1; Deze Commandementsorder ofschoon door den Gouverneur van Atjeh en Onder- hoorigheden uitgevaardigd ken de Keur van 15 Maart 1879 op deze wijze niet buiten werking stellen. (2) Zio art. 3 der Keur van 15 Maart 1879. Bij Commar.dementeorder van 30 December 1879, No. 864 werd de Keur van 15 Maart 1879 op nieuw aan do troepen macht in Groot Aijeh bekend gemaakt evenals de Commandementsorder dd. Hoofd kwartier Anagaioeëng 26 Maart 1S79. Deze Commandementsorder vindt men in haar gehtel aangehaald in het hierbuven gepubliceerde gedeelte der Commandomontsorder van 30 December i 879, No. 364. (3) Deze kenr bestond duB neg op ultimo 1884.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 267