74S
van zonsondergang (6 a 6 V® uur 's avonds) tot zonsopgang (5 of 6
uur 's morgens).
Overtreding van dit gebod wordt gestraft met 14 dagen tenarbeid-
stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon en bij herhaling
met een zwaardere straf tot 3 maanden toe, ingevolge art. 12 van de
Ordonnancie op de rechtspleging onder de inheemsche bevolking van
Groot Atjeh (Staatsblad 1881, No. 83).
Art. 8.
Gewapenden of ongewapenden, die uit geldzucht, uit wraak of uit haat
verwonden, rooven, moorden, bruggen vernielen, telegraaph-, telephoon-
en spoorlijnen verbreken dan wel andere schaden veroorzaken, zullen
geheel en al als roovers behandeld en neêrgeschoten worden.
Art. 9.
Buffels en runderen zullen in den vervolge niet mogen vervoerd worden
tenzij gedekt door een geleidebillet, ingericht volgens bijgaand model en af
gegeven en geteekend door den Controleur, toegevoegd aan den Assistent
Resident der afdeeling Groot Atjeh.
Art. 10.
Het in art. 9 bedoelde vee mag niet buiten de linie worden gebracht
dan nadat de betrokken postcommandanten, in art. 5 genoemd, zich
van de wettige herkomst hebben overtuigd.
Eveneens zullen patrouillecommandanten zich hebben te overtuigen
van de wettige herkomst van de vervoerde runderen en buffels, die zij
op hunne verkenningstochten ontmoeten.
Art. 11
Overtreding van het verbod, in art. 9 vermeld, wordt, ingevolge art.
12 der Ordonnancie op de rechtspleging onder de inheemsche bevolking
(Staatsblad 1881, No. 83) gestraft met drie maanden tenarbeidstelling
aan de publieke werken voor den kost zonder loon en met verbeurd verkla
ring van het onwettig vervoerde vee.
Art. 12.
De kampong's, die roovers, veedieven dan wel ander kwaad volk
herbergen, begunstigen of daarmede heulen, zullen solidair aansprakelijk
gesteld en geheel en al ontwapend worden.