753 Art. 4. Alle mindere hoofden en overige Atjehers en Arabieren, wonende bin nen het gebied, door den postenketen ingesloten, moeten voorzien zijn van een pas volgens model Litt. B op blauw papier. Overtreding van dit gebod wordt gestraft met 14 dagen ten arbeid stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon ingevolge art. 12 van de Ordonnantie op de rechtspleging onder de inheemsche bevolking van Groot Atjeh (Staatsblad 1881, No. 83.) Art. 5. Ten einde aanraking van de bevolking buiten de linie met ons bestuur in de hand te werken, mogen van de huiten de linie wonende Atjehsche bevolking per dag langs elk der door ons bezette posten Pakan Kroeëng Tjoet, Lamjong, Boekit Ivarang, Lambaroe, Lamreng, Lampeneroet, Blang en Laradjamoe binnen de linie toegelaten worden: 20 mannen en een onbepaald aantal vrouwen en kinderen, mits ieder man voorzien zij van een soerat tjap van zijn hoeloebalaug en met dien verstande, dat de toegang tot het door ons bezette gebied slechts verleend wordt langs en, na zich vooraf te hebben aangemeld, te: Pakan Kroeëng Tjoet, Lamjong en Boekit Karang voor lieden zoowel uit de XIII moekims Toengkoep als uit de XIII moekims Oleh Karang; Lambaroe voor lieden uit de YII moekims; Lamreng en Lampeneroet voor lieden uit de IX moekims; Blang en Lamdjamoe voor lieden zoowel uit de IY als uit de VI moekims. Art. 6. De soerat tjap is een eenvoudig stuk papier, waarop de stempel is afgedrukt van (Volgen de namen van zes Atjehsche hoofden). De betrokken postcommandanten ontvangen ieder een afdruk van die stempels, ten einde de soerats tjap te kunnen controleeren. Art. 7. De binnen de linie wonende Atjehers mannen, vrouwen en kinderen mogen zich, mits voorzien van hunne kampongpassen, en na zich aan een der hiervoren genoemde posten gemeld te hebben, buiten de linie begeven. Art. 8. Doortocht langs een der andere versterkingen van de linie of op ver toon van soerats tjap, afgegeven door andere dan de hierboven genoemde hoeloebalangs, dan wel, voor binnen wonenden, zonder kampongpas, wordt niet toegelaten dan bij hooge uitzondering, ter beoordeeling en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 278