755
Art. 14.
Na 5 uur n.m. tot 6 uur v. m. mag geen -g|L de linie wonende -
dringende gevallen, ter beoordeeling van den postcommandant, uitge
zonderd naar b™ten worden toegelaten.
Voor naar hunne haardsteden terugkeerenden is de termijn van pas-
seeren der linie gesteld van 6 uur v. m. tot 6 uur n. m.
Art. 15.
Atjehers, die van 's avonds 8 tot 's morgens 5 uur, d. i. van het
avond-tot het morgenschot, buiten de kampongs worden aangetroffen,
zullen als vijanden en roovers behandeld en neêrgeschoten worden.
Art. 16.
Het is aan Atjehers verboden, zich binnen onze vestigingen te bewe
gen van zonsondergang (6 a 6^ uur 's avonds) tot zonsopgang (6| uur
of 6 uur 's morgens.) Overtreding van dit verbod wordt gestraft met
14 dagen ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder
loon en bij herhaling met zwaardere straf tot drie maanden toe, ingevolge
art. 12 van de Ordonnantie op de rechtspleging onder de inheemsche
bevolking van Groot Atjeh. (Staatsblad 1881, No. 83).
Art. 17.
Gewapenden of ongewapenden, die uit geldzucht, uit wraak of uit haat
verwonden, rooven, moorden, bruggen vernielen, telegraaph-, telephoon-
en spoorlijnen verbreken dan wel andere schaden veroorzaken, zullen
geheel en al als roovers behandeld en neêrgeschoten worden.
Art. 18.
Buffels en runderen zullen in den vervolge niet mogen vervoerd worden,
tenzij gedekt door een geleidebiljet, ingericht volgens model Litt. D,
afgegeven en geteekend door den controleur, toegevoegd aan den Assis-
tent Resident van Groot Atjeh.
Art. 19.
Het in art. IS bedoelde vee mag niet buiten de linie worden gebracht
dan nadat de betrokken postcommandanten, in art. 5 genoemd, zich van
de wettige herkomst hebben overtuigd.
Eveneens zullen patrouillecommandanten zich hebben te overtuigen van
de wettige herkomst van de vervoerde runderen en buffels, die zij op
hunne verkenningstochten ontmoeten.
Art. 20.
Overtieding van het verbod, in art. 18 vermeld, wordt ingevolge art.