758 Art. 8. Alle Atjehers (mannen), die binnen de linie zonder pas worden aange troffen, worden gearresteerd. Art. 9. Atjehers (mannen) buiten de linie wonende, mogen niet binnen de linie overnachten, tenzij met vergunning van den betrokken postcommandant, die van deze vergunning, alsmede van de plaats, waar zij wenschen te overnachten, melding maakt op den in art. 7 bedoelden pas. Aan hen, die te Kota Radja of te Olehleh wenschen te overnachten, moet bovendien aangezegd worden, dat zij zich bij aankomst moeten melden respectievelijk bij den magistraat te Kota Radja of' den schout te Olehleh. Van het aantal mannen, aan wie vergunning tot overnachten gegeven is, moet door de postcommandanten des middags na 6 uur per telephoon kennis worden gegeven aan den liniecommandant. Bedraagt het aantal in elke linie meer dan 6, dan geef't de linie-commandant daarvan kennis aan den Civiel en Militair Gouverneur of Chef' van den Staf en aan den magistraat. Mannen, die zonder vergunning binnen de linie overnachten, worden gearresteerd en bij poging tot ontvluchting of bij verzet als vijanden be schouwd en neêrgeschoten. Ook de magistraat van Kota Radja kan vergunning tot overnachten verleenen; ook hij zal alsdan op den geelen pas van die vergunning en van de plaats, waar overnacht wordt, melding maken. Vrouwen en kinderen behoeven geene vergunning om binnen de linie te overnachten. Art. 10. De binnen de linie wonende Atjehers mogen zich, na zich aan een der posten gemeld te hebben, naar buiten begeven. De mannen, die zich daartoe aanmelden, moeten hun kampongpas bij zich hebben; deze wordt tot den terugkeer van den eigenaar door den postcommandanr aangehouden. Slechts bij uitzondering, ter beoordeeling van den postcommandant, mogen mannelijke Atjehers, die hun kampongpas niet bij zich hebben, naar buiten worden doorgelaten. Art. 11. Het vertoeven of zich bewegen van Atjehers langs of in de nabijheid van de ceintuurbaan of ceintuurwegen is streng verboden en mag, be houdens de hierna volgende uitzondering, onder geene voorwaarde toege staan worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 283