765 leven van den Inlander, diep doordrongen wordt van de waarheid, dat toegeeflijkheid bij het tegengaan van, ook in zijne oogen, afkeu renswaardige handelingen nooit in ons voordeel wordt uitgelegd, maar voor hem als een bewijs van onze zwakheid geldt en alles behalve dienstig is om den eerbied voor ons te verhoogen! Ook Rido heeft zich tot den inlandschen soldaat aangetrokken gevoeld, en om aan zijne belangstelling uiting te kunnen geven heeft hij zich toe moeten leggen op de studie van de taal, van zeden en gewoonten. Deze studie maakte hem een dubbel goed opmerker. Mogen de resultaten zijner studie, waarop Rido met voldoening kan neerzien, ook meerdere officieren in ons Indische leger aanspo ren zich toe te leggen op die studie van de taal en de „adats" hunner Inlandsche ondergeschikten. Zooals blijkt uit de noot van de redactie onderaan op de eerste bladzijde van het opstel van Rido, had hij zijne beschouwingen oor spronkelijk neergeschreven met de bedoeling ze tot onderricht voor jongere officieren te doen strekken. Het was dan een goed doei, dat hij hierbij nastreefde, en als vurig belangstellende in alles wat het onderwerp hier ter sprake betreft, hoop ik, dat hij het meeste succes van zijn pogen gehad moge hebben. Vooral voor den jongen officier, nog kortelings geleden uit Hol land gekomen, met meestal uiterst weinig kennis van den Inlandschen volksaard, is het van uitermate veel waarde zich hiervan zooveel mogelijk op de hoogte te stellen. Op zijn chefs rust de taak om bij hem den lust voor studie, om tot deze menschenkennis te geraken, aan te wakkeren. Dit zal hem in zijne latere carrière voor vele misvattingen vrij waren; de belangstelling in de studie van alles wat Indië betreft zal hem zijn verblijf in een deprimeerend klimaat veraangenamen en hem zijn beroep, dat hem de gelegenheid biedt zijne beste gaven van hart en verstand dienstbaar te maken aan de belangen der aan zijne zorgen toevertrouwde landskinderen, slechts des te hooger doen achten- Het onderwerp door Rido behandeld behoort dan ook een onder deel te vormen van het aan aanstaande Indische officieren te doce ren vak: Oost-Indische Land- en Volkenkunde, welk onderdeel Dl. I, 1897. 60

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 290