768
Om mijne bovenvermelde zienswijze nader te ontwikkelen, wil ik
thans aangeven hoe volgens mijne meening de ethnographische leer
stof ingedeeld zou moeten worden.
Ten eerste eene beschouwing over de geaardheid, het voorkomen
enz. van den Inlander van het Maleisch-Polynesische ras; hetzelfde
van de vreemde Oosterlingen, speciaal, daarbij de Chineezen en de
Arabieren alsmede de Chineezenquestie in ons Indië wat nader te
bespreken. Hierbij zal dan ook gelegenheid bestaan om te wijzen
op allerlei knoeierijen van Chineesche leveranciers, waarvoor de of
ficier bij alle leverantiëu aan menages als anderszins, steeds op zijn
hoede moet zijn.
Hierna geve men den leerling een inzicht in de godsdienstige
denkwijze van den inlander, zooals deze geïnfluenceerd wordt door het
Maleisch-Polynesiseh heidendom en in alles wat wij bijgeioof van
den inlander noemen; hij zal juist met dit bijgeloof later zoo dikwijls
rekening hebben te houden.
Dit onderdeel der ethnologische studie is dan ook van het meeste
belang, en verdient eene eeuigszins gedetailleerde behandeling, aan
gezien de inlander, hoe goed Mohammedaan hij zich ook moge voor
doen, in zijne geheele denkwijze nog beheerscht wordt door de oud-
beidensche begrippen zijner vaderen.
Het werk van Dr. Wilken: „Het Animisme bij de volken van
den Indischen Archipel" verschaft hiertoe alie noodige gegevens.
Daarna bespreke men het Mohammedaanscn Recht om den leerling
op de hoogte te brengen van de instellingen van den Islam. Daarbij
behandele men de politieke beteekenis voor Indië van de bedevaart
naar Mekka, welk onderwerp zoo geestig, boeiend en duideljjk is
uiteengezet in Snouck Hurgronje 's„Mekka", laatste hoofdstuk
2de Deel: „Die Djawah".
De kennisneming van den inhoud, speciaal van dit hoofdstuk, is
trouwens zeer aan te bevelen aan ieder, die in welke betrekking
ook, met Mohammedaansche inlanders in aanraking komt.
Reeds voorzien van een groote dosis kennis van den Islam, van
inlandsche talen en van het inlandsche volkskarakter, was het den
heer Sn. H. vergund door te dringen in Mekka, het heilige der
heiligen, er een blik te slaan in toestanden, zooals ze zich slechts