- 777 Bij datzelfde woord kdwin vindt men ook nog vermeld: Jcdwin-gantoengfeitelijk: opgehangen huwelijk,-een naam voor een eigenaardig gebruik op Java, waarbij de man met een meisje huwt, voordat ze nog de jaren der puberteit heeft bereikt, voornamelijk met het doel om daardoor te voorkomen, dat ze later, uit vrije keuze of hoe dan ook, aan een ander zou gaan toebehooren, maar waarbij dan de echtelijke samenkomst wordt uitgesteld, tot dat die huwelijk- sche leeftijd bereikt is. Het huwelijk vau kinderen onder elkaar, met boven aangegeven doel, en van den man met een meisje, voordat dit de jaren der puber teit bereikt heeft, soms zelfs met samenleving, zooals o.a. bij de Atjehers, komt trouwens meer in den Archipel voor. Zoo zouden nog eene massa voorbeelden kunnen worden aan gehaald. We zien dus, dat de studie der taal en die der zeden en gewoonten hand aan hand gaan; ze zijn onafscheidelijk aan elkaar verbonden, en waar men bij eenig gebruik, dat men vermeld vindt, meerdere bij zonderheden wil kennen, dient men inzage te nemen van werken op ethnologisch gebied. Als een gevolg hiervan is dus de studie van het Javaansch ook in hooge mate bevorderlijk, niet alleen om tot de kennis der ethno graphic van Java te geraken, maar zelfs om meerdere kennis der ethnographie van Indië in het algemeen op te doen, en zoo gaat er van het Javaansch ook eene groote opvoedende kracht uit voor hem, die belang stelt in Indië en gaarne meer weten wil van de volken, die den Ind. Archipel bewonen. Na verklaard te hebben, hoe degene, die goed Javaansch spreekt, ook werkelijk veel kennis der Javaansche adats moet bezitten, zal het ons niet langer verwonderen, dat de Javaan zoo groot vertrou wen gaat stellen in den zijn taal sprekenden meerdere, zich gerust aan hem toevertrouwt, zijne belangen bij hem veilig weet, en zijne adats geëerbiedigd zal zien, voor zoover die niet tegen onze Wes- tersche begrippen van humaniteit en onze militaire gebruiken indruischen. Hiermede is echter nog niet ten volle den grooten eerbied verklaard die de Javaan voor zijn Javaansch sprekenden meerdere koestert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 302