511 tenaar aan de hoogste plaatselijk aanwezige militaire autoriteit, die beoordeelt of het al dan niet met de veiligheid van den aan hem toever trouwden post is overeen te brengen om een door hem voor het doel voldoende sterk geacht detachement af te staan, wordende een afschrift van de aan den commandant der patrouille te geven instructie uitgereikt aan den civielen ambtenaar, die het detachement heeft aangevraagd. 2. De te nemen route wordt door den civielen ambtenaar bepaald, behoudens de verplichting van den patrouillecommandant om, als hij mocht vermeenen, dat zijne patrouille niet sterk genoeg is om zich verder binnenslands te begeven, zulks den civielen ambtenaar op te merken. 3. De civiele ambtenaar houdt gedurende den tocht den patrouille commandant geheel op de hoogte van alles wat hij doet en wat ter zijner kennis komt, zonder dat daardoor de officier stem krijgt in de te voeren onderhandelingen of besprekingen. 4. Er mogen, zoolang de veiligheid van het detachement zulks niet noodig maakt, geene vijandelijkheden worden gepleegd d. i. geen ernstig gebruik van de wapenen worden gemaakt dan op verzoek van den civie len ambtenaar, die daarvoor verantwoordelijk blijft, terwijl de patrouille commandant de door hem noodig geachte bevelen aan zijne ondergeschikten geeft en slechts voor de leiding en behoorlijke uitvoering der operatiën aansprakelijk is, onder bepaling evenwel, dat het al dan niet achtervolgen van vluchtenden of het verder oprukken door den civielen ambtenaar zoo mogelijk vóór het begin der vijandelijkheden, wordt bepaald. 5. De patrouillecommandant zal c. q. niet anders dan na behoorlijk van vivres te zijn voorzien, verder mogen oprukken. 6. Het arresteeren of weder loslaten van personen blijft ter beoor deeling van den civielen ambtenaar, behoudens de verplichting van den patrouillecommandant om, als hij vermeent, dat eene hem voorgestelde arrestatie of bewaking van arrestanten de krachten van zijn detachement te boven gaat, zulks officieel desgewenscht schriftelijk mede te deelen aan den civielen ambtenaar. 7. Zooals uit het voorgaande blijkt, gaan de hierbedoelde patrouilles niet uit met het bepaalde doel, vijandelijkheden te plegen of verster kingen, die zich hier of daar mochten bevinden, te nemenmocht hiertoe moeten worden overgegaan, dan dient vooraf daartoe door den civielen ambtenaar een gemotiveerd voorstel aan den Gouverneur van dit gewest te worden gedaan, en wordt in deze beslist in overleg met den geweste. lijken militairen commandant. Dit voorschrift mocht de goedkeuring vai den toenmaligen com mandant van het leger niet verwerven, die het introk en den 4en Januari 1882 verving door ondervolgend

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 30