786 zou haast zeggen: geene landaard is zoo onverschillig op het punt van vrouwenquesties als juist de Javaansche. Het is bekend, dat juist de Javaansche vrouw zich nog al prosti tueert en dat zich, in verband hiermede, toch zeer weinig ernstige misdrijven onder de fuseliers eener Javaansche compagnie voordoen. Hiermede cijfer ik het bestaan van minnenijd, ook bij den Javaan, niet geheel weg, maar, naar hetgeen mij zoo in mijn diensttijd ter oore kwam, geloof ik, dat deze eigenschap zich toch sterker openbaart in het karakter van den Ambonees en zeker nog veel meer gepro nonceerd in dat van den Boeginees. En hiermede neem ik afscheid van het artikel van Rido met den wenscb, dat de rijke ervaring, die uit zijn geschrift spreekt, in ruime mate ten goede moge komen van ons Indisch officierskorps, om daarna weer benut te worden in het belang van den soldaat van Iolandschen landaard. Bezig zijnde mijn stuk voor de pers gereed te maken, kreeg- ik ook het artikel van Ajax in de 1 lde aflevering, jaargang 1896 van dit tijdschrift onder de oogen en las daarin tot mijn groote voldoening, behalve eene opwekking tot zijne kameraden van het Indische leger gericht, om zich op de studie van Maleisch en Javaansch toe te leggen, ook den raad om aan het inlandsche element in het leger meer waardeering te schenken en daarop te werken, dat de inlandsche solda ten hunnen officieren een goed hart gaan toedragen, terwijl deze van hun kant het eergevoel bij den inlandschen soldaat moeten verhoogen en verder moeten zorgen, dat zijne opvoeding in alle deelen zorgvuldig zij. Om aan te toonen, dat het met het eergevoel bij onze inlandsche solda ten nog treurig gesteld is, brengt Ajax een kenschetsend voorbeeld bij. Het antwoord, dat hij hier den Javaanschen fuselier in den mond legt op de vraag, waarom een dubbelpost, volgens het voorschrift op den velddienst, altijd uit een Europeaan en Inlander moet bestaan, „sebab orang sëlam sëlamanja tidoer sadja" is natuurlijk een uit vloeisel van de minder goede wijze, waarop over zoo'n voorschrift theorie wordt gehouden door een korporaal, die hierbij zijne wijsheid eens wil uitkramen. Ik heb eens op de twee deuren, vormende den toegang tot de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 311