794 zijn paradijs voor de geloovigen, die met het zwaard in de vuist sterven, want het zwaard is de sleutel des hemels. Elke druppel bloeds, voor onzen verlosser en verheven sultan gestort, zal hooger gesteld worden dan onthouding en bidden, gedurende den vastentijd. „Allah-il-allah Mahomed rassoel Allah!" „Amien!" (het zij zoo!) brulden de geloovigen. De groote „gong" werd daarna geslagen, waarop de bezetting onder luid geschreeuw en het aanroepen van Allah de bamboe sehiet- stellingen achter de muren bezette. Elke afdeeling was een gedeelte ter verdediging aangewezeneene reserve werd ongeveer in het midden opgesteld. Het kan omstreeks 8 uur geweest zijn, toen onze krijgsmacht en de troepen van het legioen voor den kraton stonden. Op de muren waren tal van vlaggen geplant en boven den tempel wapperde de roode bloedvaan met in het midden spreuken uit den Koran. Een woest geschreeuw, dat zich mengde in het dof gegalm der groote gongs en de wilde aanjagende tonen van de bedoeks, klonk onze aanrukkende troepen tegen. De colonnes werden spoedig met een levendig geweervuur begroet en reeds huilde een regen van kogels over en door de gelederen, voordat de verschillende posities bezet waren. Aan dat schieten werd geen aandacht geschonkenrustig, met vasten tred, alsof zij naar een parade optrokken, marcheerde elke af deeling over de golvende vlakte naar de haar aangewezen stelling. Ten einde den vijand zoo nauw mogelijk in te sluiten, werden de troepen, naar gelang van het terrein, van 800 tot 500 passen van de muren opgesteld. Middelerwijl rende de artillerie over hoogten en diepten, om ten W. in batterij te komen, en het vuur te beantwoorden. Wij zullen trachten een duidelijk denkbeeld te geven van den strijd door achter eenvolgens de verrichtingen van elke afdeeling te vermelden. Nadat de le colonne stelling had genomen, rukte de majoor-in genieur Yan der Wijck, oader bedekking van het artillerievuur, met de pionniers en een peloton infanterie onder den kapitein-adjudant De Steurs uaar de Westerface, om door middel van twee vaten buskruit een bres te maken in den muur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 319