795 Terwijl het peloton infanterie zich in een terreinplooi bedekt op stelde en een hevig vuur richtte op de verdedigers, bleven de pion- niers even stoutmoedig doormarcheeren en bereikten zonder verlies den voet van den muur. Het graven viel niet gemakkeljjk, aangezien men op granietharde fondamenten stuitte. De arbeid werd bovendien zeer bemoeilijkt, daar de vijand door een levendig geweervuur en het werpen van zware steenen dien trachtte te belemmeren. De toestand voor onze brave pionniers was zeer bedenkelijk, doch ondanks het aanhoudend schieten, waaraan zij blootstonden, bleven zij met volharding doorgraven, totdat de twee vaten kruit s/4 M. in den grond konden gebracht worden. Toen de kruitworst en de gezwinde lont geplaatst waren, ging de infanteriebedekking achteruit en werd de lont aangestoken. Eerst daarna trokken ook de pionniers, op last van majoor Yan der Wijck, in versnelden gang terug. Men verwachtte in het naaste oogenblik de ontbranding der kruitvaten, doch reeds een kwartier verliep zonder dat de ontploffing plaats vond. Groot was de teleurstelling! Tot overmaat van spijt werd de aandacht afgetrokken door een bende muiters in den rug, die door eene offensieve beweging de onzen trachtten bezig te houden. De vijand, reeds uit de westelijk gelegen dessa's gedeboucheerd, viel de colonne heftig aan, maar werd spoedig teruggedrongen en door de ruiterij verjaagd. Intusscben waren ook de hulptroepen uit het gebergte op verschil lende punten bestookt, doch ook aan die zijde werden de opstande lingen afgewezen. In de dessa, tegenover den N. W. hoek vaneen kraton, werden nu observatietroepen geplaatst, die elke poging des vijands om te naderen moesten verhinderen. De officieren en soldaten begonnen ongeduldig naar een bestorming te verlangen, weshalve de luitenant De Truy, van de pionniers, ver zocht, de gezwinde lont zelf te mogen ontsteken. Niettegenstaande het vreeselijk vuur, waartegen deze officier moest inloopen, had hij het geluk zonder eenig ongeval bij de mijn te komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 320