802 den middag zag hij opeens de koppen boven de borstwering ver dwijnen, doch door het heftig schieten en het geschreeuw binnen den muur vermoedde hij, dat de onzen in de kraton waren. Zoo was het; het waren de troepen onder majoor Le Bron de Vexela, die de muiters van het zuiderfront aangrepen en na een wanhopigen tegenstand verjoegen. .Nauwelijks had majoor Le Bron de Nederlandsche vlag op den muur geplant of Roeps rukte met 50 bajonetten voorwaarts en drong gevolgd door luitenant Leusden der cavalerie en 12 ruiters door een kleine opening naar binnen en vereenigde zich met den majoor Le Bron de Yexela. Deze stelde zich wederom in beweging en stiet weldra op eene bende, welke door Kerto Pangalassan persoonlijk werd aangevoerd. Toen Kerto vernam, dat de meeste hoofden met hunne volgelingen hem trouweloos hadden verlaten, verzamelde hij zijne keurbenden om zich en besloot eveneens af te trekken, maar zag den terugweg reeds door de 2e colonne versperd; hij keerde om, maar stuitte op majoor Le Bron. Opnieuw ontstond een verwoed gevecht. Ofschoon in het nauw gebracht, dacht Kerto er geen oogenblik aan zich over te geven, doch week vechtende naar de rechterzijde en deed zelf eene ontstuimige attaque. Le Bron vond, dat hij er een einde aan moest maken en liet de geweren vellen en den stormmarsch slaan. In een geweldigen vaart werd de tweemaal sterkere vijand aange grepen en diens voorste gelederen overhoop geworpen; de muiters hielden stand en liepen op hun beurt met de kris storm. Men vocht man tegen man, borst aan borst; van weerskanten streed men met moed en verbittering. Het was moeilijk te zeggen welke der beide partijen zoude zegevieren, ware het niet dat de 2e colonne den rug der in vertwijfeling gebrachte muiters kwam bedreigen. De daverende triomfkreten, welke Kerto van verschil lende kanten onheilspellend in de ooren klonken, deden hem al te duidelijk het hopelooze van den toestand beseffen, en daarom besloot hij, door een algemeen „sauve qui peut" zichzelf en de rest van zijnen troep te redden. Redt u, vlucht 1" klonk het eensklaps in de vijandelijke gelederen, 7)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 327