HET GEWEER M. 95. Eindelijk heeft het repeteergeweer zijn intrede in Indië gedaan en mag worden verwacht, dat binnenkort de infanterie van ons leger de Beaumontgeweren zal verwisseld hebben tegen de snelladers. Daarmede is een goed, deugdelijk soldatengeweer onder den sloopershamer gebracht, een geweer, dat velen met leedwezen zullen afstaan. De reden hiervan moet gezocht worden in de bekende nei ging om in het nieuwe niet dadelijk al het goede te zien en in de verschillende verhalen, die omtrent de weinige duurzaamheid van het rookzwakke kruit de ronde hebben gedaan. Wat het laatste betreft, "zij medegedeeld, dat men er in Nederland reeds in geslaagd is rookzwak kruit te vervaardigen, dat niet bij buiten- laudsch fabrikaat achterstaat. Van de vroegere aanvoeren van dat kruit [merk Troisdorf] is nu reeds geconstateerd, dat het zich bij eene temperatuur van 35° C. gedurende 4 jaren goed laat opbewaren. Wel zal men er mogelijk nimmer in slagen dit kruit zoo te volmaken, dat het zich even goed laat conserveeren als dit bij het zwarte bus kruit in een droge luchtstreek het geval is. Maar aan den anderen kant heeft het rookzwakke kruit toch alweer dit voor boven het oude, dat de vochtigheid er minder invloed op uitoefent. De warmte is echter nog een vijand van dit kruit, welke men mogelijk wel kan ontwijken door de hoofdbuskruitmagazijnen in koele luchtstreken op te richten. Een bepaald tactisch nadeel tegen de oplegging in maga zijnen, waar het kruit dikwijls ver van de troepen-kampementen is gelegen, bestaat er niet, indien men maar voor de noodige middelen van gemeenschap zorgt en er ook plaatselijk eene voldoende hoeveel heid munitie voor dadelijk gebruik aanwezig is. Het bezwaar, dat de munitie van het nieuwe geweer niet in Indië kan worden aangemaakt, werd ook ten opzichte van het grof korrelig kruit bij de invoering van het achterlaad veld- en berg-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 330