823 eene door den Gouverneur te benoemen commissie, worden ten spoe digste uitgekeerd: a. aan den aanbrenger of de aanbrengers. 3/7 b. aan den aanhaler of de aanhalers. 2/7: c. aan allen, die tot het ontdekken der overtreding en het doen der aanhaling hebben medegewerkt. 1/7; blijvende 1/7 beschikbaar, ten einde daaruit, zoo noodig, op voordracht van den Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, buitengewone belooningen toe te kennen aan zoodanige ambtenaren en beambten, die zich ter ontdekking der overtreding bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Een ieder, die in meer dan één categorie werkzaam is geweest, heeft aanspraak op aandeel uit elke, waarin hij zijne diensten heeft verleend. De verdeeling tusschen meerdere aanbrengers, aanhalers of andere deelgerechtigden geschiedt door den Gouverneur van Atjeh en Onderhoorig heden, naar gelang van ieders verdienste. Aandeelen, waarop niemand aanspraak heeft, komen ten bate van den lande. Enz. Art. 6. De voorschriften van het voorgaande artikel zijn niet toepasselijk, indien de overtreding is begaan door onderdanen van een vorst of hoofd van een tot de Onderhoorigheden van Atjeh behoorenden staat binnen diens gebied. In zoodanig geval is de regeling van het onderwerp overgelaten aan den vorst of het hoofd. Art. 7. Enz. Bij Staatsblad van 1882, No. 215 werden bijzondere bepalingen op het bezit van vuurwapenen in de afdeeling Groot-Atjeh voor Europeanen en inlanders vastgesteld. De groote hoeveelheid geweren en munitie in handen des vijands bevorderde ook zee- en strandroof aan de Atjehsche kusten. Bij Indisch Staatsbiad van 1890 No. 220 achtte de Gouverneur-Generaal het noodig, tot tegengaug van zee- en strandroof, de aanwezigheid van vuur- en blanke wapenen aan boord van inlandsche vaartuigen in de wateren van Atjeh en Onderhoorigheden te verbieden. Aan den gezagvoerder van zoodanig vaartuig kan echter door ons bestuur ver gunning worden verleend om, tot zelfverdediging, hoogstens 4 tromp- laadgeweren en door de hoofden der betrokken staatjes om hoogstens 6 klewang's en 6 rèntjong's per vaartuig mede te voeren. Die ver gunning kan ten allen tijde worden ingetrokken. Overtreding vaD het verbod wordt gestraft met eene geldboete van 1 tot f 100 of met gevangenisstraf van een tot acht dagen, wanneer de gezagvoerder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 350