828
1°. Tot onbepaalde hoeveelheden
Inlandsche suiker, suikerriet, Klingaleesche suiker, honig, ingedekt
suikerrietsap, lëgèn, alle versche groenten, versche yruchten, versche
visch, yersch yleesch, klappers, alle medicijnen, geconfectioneerd leder
werk, aardewerk, ijzeren gereedschappen, koperwerk en dergelijke,
pinang, sirih, gedragen kleeding.
2°. Tot een maximum van:
een doos lucifers,
twee bladen tabak,
vijf stukjes gambir,
twee handen yol zout of specerijen,
een ikan kajoe (1 span lang),
een zoute yisch (1 span lang),
een halve wijnflesch klapperolie,
een kwart flesch petroleum,
twee bamboe rijst, ketan of padi (1 bamboe 1.25 KG.),
een thail opium (1 thail 4 dG. of 0.0386 KG
Deze order werd bij Commandementsorder van 5 Juni 1891 inge
trokken, waarbij bepaald werd, dat met ingang van 1 Juni van dat
jaar door een volwassen persoon eenmaal daags van de gou-
vernements-etablifsementeo te Kota Radja en te Olehleh naar de
kampoDg's binnen de linie zonder pas mocht worden vervoerd:
a. tot onbepaalde hoeveelheden rijst, ketan, padi, zout, iulandsche suiker,
Klingaleesche suiker, suikerriet, suikerrietsap, honig, lëgèn, versche
groenten, visch, vleesch en vruchten, klappers, medicijnen, geconfectioneerd
leder- en aardewerk, houtwerk, pinang, sirih, kopiah's, gouden en zilveren
sieraden en edelgesteenten en geconfectioneerde Atjehsche kleeding-
stukken van Atjehsche grondstoffen vervaardigd;
b. tot een maximum vantwee doosjes lucifers, vijf bladen tabak, tien
stukjes gambir, twee handen vol (arei) specerijen, twee stuks ikan kajoe
(1 span lang), twee stuks gezouten visch (lang als voren), een wijnflesch
klapperolie, een halve flesch petroleum en een thail opium (een thail
4 dG. of 0.0386 KG.).
Bij de Commandementsorders van 19 en 20 Juli 1893 No.'e 129