516 zakken of groote bakken) vervoerd wordt, zoo de geleider van die levens middelen niet voorzien is van eene speciale vergunning van den afdee- lingschef tot het vervoer van die artikelen. Deze vergunning mag met ouder zijn dan twee dagen. go. Ook zullen gearresteerd worden inlanders, welke zich gewapend of ongewapend langs straten, wegen dan wel in vaartuigen te water bewegen zonder voorzien te zijn van licht in een gesloten lantaarn (van 8 uur 's avonds tot 5 uur 's morgens). Hiervan zijn uitgezonderd hoofden, vergezeld van hun gevolg, dienaren der politie, wachthebbende gardoes en civiele patrouilles. 9o. Als het om het doel van den tocht te bereiken, met bepaald noo- di<* is dus bij eene groote patrouille zonder bepaalde opdracht, mogen geene lagunes of rivieren van zekere diepte worden doorgetrokken, maar moet, als er geene schuiten zijn, die gebruikt kunnen worden, de weg door beter terrein worden vervolgd. lOo De verschillende bergpassen mogen zonder bepaalden last met worden betreden, behalve wanneer in gevecht zijnde troepen moeten wor den ondersteund. li» Moet eene bende of een bepaald persoon opgelicht worden, die zich in een huis schuil houdt dan moet het huis worden omsingeld. er- volgens worden de zich in dat huis bevindenden gesommeerd, ongewa pend naar buiten te komen; bij voorkeur wordt de sommatie gedaan door iemand, die met de taal bekend is, met bedreiging, dat op hen, die ge wapend verschijnen, zal worden geschoten en dat het huis in brand zal worden gestoken, zoo er niet aan wordt voldaan. Verlaten die perso nen het huis goedschiks, dan worden de gezochte personen gearresteerd Pogen allen of eenigen tegelijk te ontvluchten, dan wordt in elk geval dadelijk op hen geschoten. 12o Stuiten de patrouilles op verdachte handelsprauwen, dan wordt de pas afgevraagd, waarop vermeld moet staan de naam van den schipper, het aantal opvarenden, welke goederen vervoerd mogen worden en hoe veel en welke wapens in de prauwen aanwezig zijn. 13o Insgelijks wordt de pas afgevraagd van hen, die eemgszins groote visschersprauwen bij zich hebben, als er vermoedens van smokkelarij rijzen. Op dien pas moet vermeld staan, dat aan N. N. vergunning is verleend tot uitoefening van het visschersbedrijf met zooveel kawans, en dat men zich met zooveel klewang's, rèntjongs, enz., heelt mogen wape nen Blijkt alles in orde te zijn, dan wordt de prauw vrijgelaten; zoo niet dan worden de opvarenden gelast, met medeneming van goederen van' waarde, zeilen, roeimiddelen, de patrouille te volgen, kunnende een paar hunner achterblijven tot bewaking der prauw, die, zoo mogelijk, onder toezicht der politie wordt gesteld. Kleine visschersprauwen heb-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 35