833
en het doel van eene blokkade der Atjehsche kust zijn Den vijand tot
onderwerping te breDgen, dien men om welke redenen dan ook
niet bij machte is door offensieve optreding in het binnenland aan
te tasten en te verslaan.
Het middel ligt voor de hand, namelijk door hem den toevoer af
te snijden en den steun te ontnemen van hetgeen noodig is om den
oorlog op den duur te kunnen voortzetten. Daar het niet twijfel
achtig is, dat de vijand in Groot-Atjeh materieelen en moreelen steun
ontvangt van de kuststaatjes, behoort op deze staatjes gewerkt te
worden, om die over te halen of te dwingen, dien vijand los te laten.
Men kan dit doen door die kuststaatjes de middelen te ontnemen
en te onthouden om dien vijand te steunen, (1)
Dit is gedeeltelijk mogehjk door eene strenge effectieve blokkade
van de geheele Atjehsche kust te gelijk en het beletten van den
uitvoer naar het binnenland uit onze hoofd- en andere vestigingen in
Groot-Atjeh en de Onderhoorigheden. De Marine moet dan kunnen
beschikken over een voldoend aantal, vaart loopende, niet diepgaande
en goed bemande stoomschepen, met snel varende stoomsloepen.
Wordt echter slechts een gedeelte der kust geblokkeerd, zoodat in-
en uitvoer ongehinderd over de aangrenzende kuststaatjes plaats
vinden, omdat de hoofden van deze staatjes die in- en uitvoer (we
gens het daaraan ook voor hen verbonden geldelijk voordeel) nooit
ernstig te keer zullen gaan, dan zal de afsluiting van een gedeeke
der kust altijd een halve maatregel, monnikenwerk, blijven, die doet
denken aan de bewaking van een huis aan de voordeur, terwijl
de zijdeuren worden opengelaten. Al de in Atjeh sedert 1873 plaats
gehad hebbende blokkades waren partieele blokkades, schijn en on
deugdelijke blokkades, waarmede het doel: het doen ontstaan van
gebrek in het binnenland, in geenen deele is bereikt, omdat er in
voer, ook van vuurwapens en munitie, voor den vijand plaats vond
in het niet geblokkeerde gedeelte der kust, terwijl op de eindpunten
van het geblokkeerde gedeelte geene goede conti óle van in- en uit
voer bestond, zoodat de blokkades tot dusver slechts de verbittering
des vijands verhoogd in plaats van hem tot onderwerping gebracht
(1) P. ten BoBch, „De sluiting der Atjehsche kust."