838
vijandelijk vaartuig mogen worden aangemerkt, bijaldien het langer dan
24 uren in de macht des vijands geweest is, behalve in zeer bijzondere
gevallen, waarvan de beoordeeling aan den Gouverneur-Generaal is voor
behouden. Zoo het vaartuig geen 24 uren in de macht des vijands
geweest is, wordt het onvoorwaardelijk vrij gegeven.
Art. 14. Ten opzichte der rooversvaartuigen, welke vlag zij ook mo
gen vertoonen, wordt gehandeld als voorgeschreven in art. 1, 3e afdee-
ling der Verzameling van voorschriften voor Zr. JIs. Zeemacht in O.
Indië," le hoofdstuk.
Art. 15. Hoezeer in tijd van oorlog het recht van onderzoek onbepaald
kan worden uitgeoefend in alle zeeën, zal zulks in het bijzonder geval van
den oorlog slechts geschieden in de wateren van Atjeh, en alleen bij die
gelegenheden, wanneer tot de visitatie gegronde redenen bestaan. De visita
tie mag zich slechts uitstrekken tot de sc7ieeps-paP'erende papieren, tot de
lading betrekkelijk, kunnen slechts worden gevorderd, wanneer het schip be
stemd is voor eene vijandelijke haven. Alleen in het laatste geval mag een
onderzoek in loco naar oorlogscontrabande worden ingesteld. Wat de uitvoe
ring der visitatie aangaat, kan zij worden opgedragen aan een officier of adel
borst, die zich daartoe, vergezeld van twee of drie man, aan boord begeeft.
Ook kan de schipper worden uitgenoodigd met zijne scheepspapieren, ter
verificatie aan boord te komen, wanneer de commandant van den kruiser
van oordeel is, dat er termen bestaan voor de toepassing van dezen meer
beleefden vorm van visitatie. Bij de uitoefening van het recht van visi
tatie wordt de hoffelijkheid zooveel mogelijk betracht.
Art. 16. Schepen onder konvooi der neutrale oorlogsschepen zullen niet
worden gevisiteerd. In dat geval zal van den commandant van het kon-
voyeerende schip eene lijst worden gevraagd van de schepen, die onder
konvooi behooren, en de geschreven verklaring, dat zij niet aan den
vijand behooren, en zich niet aan verboden handel schuldig maken.
Voor het geval, dat er verdenking bestaat, dat de commandant van het
konvooi slecht ingelicht is omtrent enkele schepen, zal hem zulks worden
te kennen gegeven, en alleen hij bevoegd zijn, ter zake een onderzoek
in te stellen.
Art. 17. Indien het onderzoek tot geene inbeslagneming aanleiding geeft,
zal hiervan alleen aanteekening worden gehouden op de scheepspapieren.
Wordt het vaartuig ten gevolge der visitatie in beslag genomen, dan
zal de officier daarmede belast:
1. alle scheepspapieren in een omslag voorzien en met den schipper
verzegelen
2. een inventaris opmaken;
3. eene equipage aan boord plaatsen om den prijs op te brengen of
te besturen;