839 4. door verzegeling der lading en andere gepaste middelen zooveel mogelijk in overleg met den schipper, waken tegen het verlies der goe deren, tot schip en lading behoorende. Art. 18. Bij het onderzoek mogen geene kasten of afgesloten bergplaat sen worden opengebroken, maar geschiedt de ontsluiting door den schip per en zijne equipage, daartoe uifgenoodigd. De schipper zulks weige rende, wordt het vaartuig in beslag genomen. Art. 19. Schepen of vaartuigen onder neutrale vlag kunnen de vijan delijke havens verlaten, 14 dagen nadat gerekend kan worden, dat de blokkade in de wateren van Atjeh bekend was, onverschillig wanneer zij lading hebben ingenomen, mits zij echter geene afgezanten of depêches van den vijand aan boord hebben. Art. 20. Elke prijsmaking moet, met inachtneming der bepalingen, opgenomen in het Staatsblad van Ned-Indië van 1829 No. 54, doorliet prijsgerecht worden bevestigd om van waarde te zijn. Art. 21. Green der opvarenden mag van het schip worden afgenomen, indien het een handelsvaartuig is, maar de vrouwen, kinderen en wijders alle personen, vreemd aan het oorlogsbedrijf of de marine, mogen in geen geval als krijgsgevangenen worden behandeld, en moeten vrijgelaten worden in de eerste haven, die het vaartuig aandoet, te ontschepen. Indien het een oorlogsvaartuig betreft, kan, zoo het noodig geoordeeld wordt, en onder dezelfde reserve, een gedeelte der equipage overgebracht worden, die dan als krijgsgevangenen naar de naaste haven onder Nederlandsch- Indisch Bestuur, waar eene militaire bezetting is gevestigd, moeten worden overgevoerd. Art. 22. Jegens de met ons bevriende staatjes Troemon en Edi en in het algemeen jegens die staatjes van Atjeh, die tegenover het Nederlandsch- Indisch Gouvernement eene vredelievende houding aan den dag leggen, moet de meeste welwillendheid worden in acht genomen. De Gouverneur-Generaal besloot tot deze blokkade blijkens de in de Javasche Courant van 22 April 1873 opgenomen communiqué, luidende als volgt „Batavia, 21 April. De Regeering heeft besloten, wegens het hoogst ongunstig jaargetijde, waardoor de gemeenschap met, den wal weken lang verbroken kan zijn, de expeditie tegen Atsjin tijdelijk te staken; om haar met kracht te hervatten in gunstiger saizoen". „De kust zal intusschen door de marine geblokkeerd worden". De Indische Regeering beging een verzuim, toen zij hare bevelen tot staking der eerste expeditie en het blokkeeren der kust aan de autoriteiten in Atjeh gaf, niet tevens de algemeene aankondiging

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 366