840 der blokkade te zenden aan de Europeesche koloniale gouver nementen te Singapore, Saigon en elders. Die algemeeie aankondi gingwaarvoor de communiqué in de Javasche courant van 22 April 1873 bezwaarljjk kon doorgaan is de schriftelijke, diploma' tieke kennisgave aan de verschillende neutrale gouvernementen en de consuls, die bij de blokkade belaug hebben. Aan deze forma liteit is door de Indische regeering eerst geruimeu tijd daarna voldaan, waardoor zij aanleiding had kunnen geven tot internationale quaes- tiën. De gouvernements commissaris en de commandant der maritieme middelen in Atjeh, den last ontvangende tot staking der expeditie en tot uitvoering der blokkade, gaven daaraan gevolg in de veron derstelling, dat de Gouverneur-Generaal voor de algemeene aankon diging der blokkade had gezorgd; maar dit bleek later niet het geval te zijn geweest, zoodat de bijzondere aankondiging door de comman danten der blokkeerende oorlogsbodems gedaan werd lang voor dat de algemeene officieel bekend was. (1) Bij het einde der tweede expeditie tegen Atjeh, 26 April 1874, telde het blokkeerend eskader 18 schepen, waaronder 1 schip der gouvernementsmarine. De blokkade werd van af dien datum en verder gedurende 1875 alleen voor die kuststaatjes gehandhaafd, welke weigerachtig bleven, onze souvereiniteit te erkennen. Daardoor kon deze partieele blokkade de gewenschte kracht niet uitoefenen. Zij ging ook gepaard met verbod tot kustvaart en verbod tot visch- vangst; maar aan sommige kuststaatjes werd reeds de vischvangst toegestaan, wanneer de onderwerping van de hoofden slechts verschoven scheen te worden uit vrees voor vijandige hoeloebalang's of naburen. (2) Wat hielp het, dat kuststaatjes, die hunne onderwerping nog niet aangeboden hadden, geblokkeerd, doch de daarnaast gelegen staatjes, die zich wel onderworpen hadden, niet geblokkeerd werden? Djolok (1) Monitor, ,De transportschepen voor het Indische leger." Sommige Fransche schrijvers erkennen drie kennisgevingen (lie Revue des deux mondes 1895)1. la notification générale ou diplomatique qui doit être faite aux puissances neutres par le ministre des affaires étrsngères et dont ie Journal offlciel doit rendre compte; 2. la notification locale qui doit être adressée aux autoritêB du pays a bloquer et dont copie doit être remise aux consuls des puissanoes neutres; 8. la notification spéciale qui s'entend de l'avis que le commandant des forces navale» fait parvenir aux navires qui se trouvent dans les eaux bloquêes. (g) E. B. Kielstra, Beschrijving van den Atjeh-oorlog, 2e deel, pag. 210.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 367