850
getuigde schepeD, minder dan een zeker aantal registertonnen metende,
toelaten.
Eene goede schepvaartregeling in Atjeh en Onderhoorigheden
eischt, dat de plaatsen, die voor den algemeenen handel zijn open
gesteld, militaire bezetting hebben; dat aldaar gestationeerd worden
gewapende, snel varende, niet diepgaande, kleine stoomschepen met
stoombarkassen en stoomsloepen, waarmede de douane controle kan
uitoefenendat die plaatsen Gnderling en met Kota Radja, dus ook
met Pinang telegraphisch verbonden zijndat zij gelegenheid aan
bieden tot laden en lossen en opberging van handelsgoederen in
zoogenaamde hanggar's of godown's. Eene goede scheepvaartregeling
voorziet ook in eene doelmatige regeling voor den aanvoer van pro
ducten naar de handelscentra alsmede voor de inning der rechten,
waarbij niet alleen op de belangen van het gouvernement, maar ook
op die van de binnen den rayon van elke handelsplaats gezag voeren
de hoeloebalang's moet worden gelet. De rechten van in-en uitvoer
moeten tusschen de hoeloebalang's en het gouvernement worden
verdeeld, tenzij het gouvernement het aandeel der hoeloebalang's
wil afkoopen.
De grootste belanghebbenden bij de scheepvaartregeling zijn, uit
een finantieel oogpunt beschouwd, de hoeloebalang's, die in de onmid
dellijke nabijheid der opengestelde handelsplaatsen wonen. Hun
belang brengt mede, het gouvernement, bij de uitvoering dezer rege
ling, den meesten steun te verleenen. Bij het kiezen dier plaatsen
moet, behalve op de geschiktheid er van als ankerplaats in beide
moesson's en tot vestiging van eene militaire bezetting en een civiel
etablissement, op de politieke beteekenis der kuststaatjes worden gelet,
waarin men de handelscentra wil oprichteD.
Wordt de handel en met den handel de scheepvaart in Atjeh op
de bovenbedoelde wijze gecontroleerd, dan heeft er ook eene betere
controle dan vroeger plaats op de Dakoming van het verbod tot invoer
vau wapens, munitie en opium.
De contiöle van het gouvernement wordt gemakkelijker gemaakt
door het feit, dat de moesson's in Aijeh het laden en lossen op
de Westkust slechts gedurende een gedeelte van het jaar mogelijk
maken; terwijl de pinang, het hoofdproduct der Noordkust, dat eens
