851
per jaar wordt geoogst, spoedig moet worden verscheept om niet
te bederven.
De staatkundige beteekenis der scheepvaartregeling is grooter dan
de finantieele.
De Atjeher is zeer geldzuchtig en tengevolge van den chaotischen
toestand, waarin ook de kuststaatjes verkeeren, heeft de gezagvoe
rende hoeloebalang zelden de zekerheid, dat de hem toekomende
rechten behoorlijk worden geïnd. Die toestand brengt mede, dat
de hoeloebalang niet zelden op slinksche wijze, door intrigue's van
supercarga's (tjintjoe's) met sjahbandar's van een deel zijner inkomsten
wordt beroofd door het laden van producten op afgelegen kustplaatsen.
Ontegenzeggelijk is door eene goed georganiseerde scheepvaartregeling
de toestand in de kuststaatjes door het gouvernement beter dan
thans te overzien. Thans heerscht daar in de meeste landstreken,
evenals in Groot Atjeh, nog vrijwel anarchie en het gebeurde met
de Captain in 1880, de Nisero in 1883 en de Hok Kanton in 1886
had ons moeten leeren, dat, zoolang de Nederlandsche vlag in de
wateren van Atjeh wappert, Nederland daar niet zonder gevaar voor
zijne positie van koloniale mogendheid zijne politiek van onthouding
in de Onderhoorigheden kan handhaven. De invoering der scheep
vaartregeling mits goed georganiseerd kan er toe bijdragen, den
toestand in de Onderhoorigheden ten onzen bate te verbeteren.
Zal zij, op die voorwaarde, den druk verminderen, dien de Atjeh-
quaestie op onzen politieken toestand, op leger en vloot en op 's lands
finantiën legt?
Ten slotte de kosten. Kunnen de baten aanzienlijk zijn? De
hasihpbrengst en de heffing op den invoer van opium zullen toene
men maar de kosten Een douanedienst met de daarbij behoorende
vloot van snelvarende stoomscheepjes, stoombarkassen en stoomsloepen
en het daaraan verbonden nautisch en recherchepersoneel vereischt
aanzienlijke uitgaven. Er is meer. Ook de politiediensten mogen
niet vergeten wordenwant eene regeling, die den handelsvaartuigen,
na de visitatie in een der voor den algemeenen handel opengestelde
havens, toestaat, zeiven de lading op eenige andere plaats der kust
te halen dan wel te brengen, moet elk vaartuig, op de reis van de plaats
van visitatie naar die, waar de lading gelost of ingenomen mag
Dl, I. 1897. 66