852
worden, öf door een oorlogs- of ander schip laten convoieeren öf
eenig vertrouwd politiepersoneel medegeven, wil men waarborgen
hebben, dat tusschen de visitatieplaats en de plaats, waar de lading
gelost of ingenomen wordt, desnoods in volle zee, geene contrabande
wordt ingenomen. Ik geef deze regeling aan, omdat zij in een der
vele ontwerpen van eene scheepvaartregeling voorkomt en die rege
ling m. i. terecht het beginsel huldigt, dat eene sclieepvaartregeling
geene oorlogshandeling noch eene politioneele optreding van een repres
sief karakter is, maar een maatregel van inwendig bestuur, die zich
ten doel stelt, handel en scheepvaart in ons belang te ontwikkelen.
Dezen moeten dus zoo weinig mogelijk hinderpalen in den weg worden
gelegdanders kwijnt de handel en streven wij ons doel voorbij, door
eene scheepvaarrregeling te organiseeren, die het buitenland niet
bevredigt, de besturende hoeloebalangs der kuststaatjes ontstemt en
ons bij slot van rekening meer kost dan zij ons opbrengt.
De eerste scheep vaartregeling in Atjeh werd in 1879, na de sluiting
der kust in dat jaar, door den Gouverneur van dat gewest, Generaal
van der Heijden, ingevoerd. Zij had voornamelijk ten doel, den
invoer van rijst en visch te beperken en zoodoende den uitgewekenen
der XXII en XXYI moekim's in Groot-Atjeh eene offensieve optreding
in hunne pas ouderworpen landstreek moeielijk te maken. Ook moest
deze regeling den smokkelhandel in oorlogsmaterieel en opium zoo
goed mogelijk trachten te beletten. De regeling zelve kwam hierop
neêr, dat al de schepen, uit de Straits Settlements komende, eerst
Oleh-leh moesten aandoen, daar gevisiteerd werden en dan met hunne
lading de kust op mochten gaan, voorzien van een consent van den
Gouverneur, waarop vermeld stond, welke plaatsen zij mochten aan
doen en wat er gelost mocht worden. Over deze regeling werd zoowel
door de handelaren en de scheepsgezagvoerders als de besturende
hoeloebalang's der kuststaatjes zeer geklaagd. Yoor stoomschepen
was deze regeling nog eenigszins op te volgen, maar zeilschepen, die
soms weken lang moesten opkruisen om Oleh-leh te bereiken, leden
daardoor groot nadeel, want zij verloren onnoemelijk veel tijd. De
visitatie te Oleh-leh vorderde eveneens veel tijd en kostte reeds daardoor,
maar ook door de wijze, waarop zij geschiedde, zeer veel geld; want
alles moest aan den wal gebracht, daar nagezien en dan weer inge-