EEN EN ANDER OVER HET OVERTREKKEN VAN RIVIEREN
DOOR CAVALERIE EN HULPMIDDELEN DIE
DAARBIJ GEBRUIKT WORDEN.
Vervolg).
Nederland.
Ook Nederland is in deze niet achtergebleven, zonder evenwel tot
eene reeks van proefnemingen overtegaan.
In het jaar 1894 is men met deze oefeningen begonnen en wel te
Deventer bij het le Reg4. Huzaren.
Men begon met in de IJsselgracht achter de kazerne eenige voor
bereidende oefeningen te houden, welke later werden voortgezet op de
IJesel buiten de stad, daar waar de rivier een breedte van ongeveer
130 Meter heeft.
Opvouwbare booten of dergelijke nieuwere hulpmiddelen werden
niet gebezigd men gebruikte het materieel, uit roeibooten en schuitjes
bestaande, dat ter plaatse te verkrijgen was.
De manschappen werden met de harnachementen overgezet in de
booten, terwijl andere booten werden gebruikt om de paarden, die
er achter zwommen, in de goede richting te leiden.
Halverwege de rivier, liet men de paarden los, die dan van zelf voort-
zwommen en aan den overkant werden opgevangen en de boot keerde
terug om eene nieuwe bezending te halen (5 of 6 stuks)na eenigen
tijd waren de meeste paarden zeer gewillig en gingen gaarne te water.
Bij het zwemmen slak bij de meesten de rug 0,05 M. onder
water, bij enkelen kwam de staart boven water uit.
Hevige wind of golfslag waren geen beletsel voor de paarden
om flink door te zwemmenhet bleek echter onverstandig, bij
weigerachtige paarden de zweep te gebruiken, om ze te water
te laten gaan.
Kalmte en zachtheid deden hier alles.