854 op deze plaats geschieden. De Atjehers van andere plaatsen, aan dit kustgebied gelegen, moesten zeiven hunne producten naar Teloq Semaweh brengen en de artikelen van invoer van daar afhalen. Yoor dat transport mochten zij alleen hunne eigene vaartuigen ge bruiken, die alle beneden de 20 ton waren, daar de grootere reeds bij het begin van den Atjehschen oorlog door de Marine genomen of vernield waren. Te Teloq Semaweh moest recherchedienst worden gedaan om hetgeen ingevoerd werd aan eene strenge visitatie te onderwerpen en tevens de noodige controle uit te oefenen. Het gouvernement hief de invoerrechten volgens het tarief, bij de be sturende hoeloebalang's in gebruik. Na aftrek van de perceptiekosten werd het bedrag onder de rechthebbende hoeloebalang's verdeeld. Wat ieder moest ontvangen zou blijken uit de aan de vaartuigen door de hoeloebalang's afgegeven passen, die door het personeel, met den recherchedienst belast, werden ingenomen en uit de door dat personeel aangehouden boeken van het vervoer naar de niet voor den algemeenen handel opengestelde kustplaatsen. Het spreekt van zelf, dat, om effect van eene scheepvaart regeling te hebben, deze langs de geheele kust van Atjeh moet worden toe gepast. Dit gebeurde in 1883 onder het bestuur van een anderen Gouverneur, den Heer Laging Tobias, volgens de hierboven aange geven beginselen. Yoor den algemeenen handel werden opengesteld Melaboeh, Oiehleh, Segli, Teloq Semaweh en Edi. Aan het beleid der besturende ambtenaren werd overgelaten te bepalen of het voor de door hen bestuurde afdeeling de voorkeur verdiende, de hasil te innen en te verdeelen op de hierboven aangegeven wijze of een stelsel te volgen, dat eenigszins in den vorm daarvan afweek en hierin bestond, dat op de opengestelde handelsplaatsen alleen het A of sultansaandeel in de hasil werd geïnd en dat het overblijvende -i door de hoeloebalang's zeiven werd geheven bij in-en uitvoer over hunne havens. Dit stelsel werd overal ingevoerd. Op de overtre ding van het verbod, om andere kustplaatsen dan de voor den alge meenen handel opengestelde aan te doen, stond eene boete van 10000. Deze scheepvaartregeling is in 1884 door eene politioneele blokkade vervangen, die echter o. a. voor Edi en de Oostkust niet van toe passing werd verklaard.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 381