856 Staatsblad van 1893 No. 83 eene scheepvaartregeling schonk aan de Noordkust met Teloq Semaweh en Oleh-leh en aan de Westkust alleen met Poeloe Raija als voor den algemeenen handel opengestelde plaatsen. De hoofdbeginselen van deze scheepvaartregeling zijn: Alleen Edi, Teloq Semaweh, Oleh-leh en Poeloe Raija zijn voor den algemeenen handel opengesteld. De overige havens zijn alleen toe gankelijk voor kustvaart. Tot die kustvaart worden slechts toegelaten op inlandsche wijze getuigde vaartuigen, niet meer metende dan 25 register- tonnen, en zulks op de door den Gouverneur van Atjeh in het belang van orde en rust en met inachtneming van het beginsel van gelijkstelling van vreemde en eigen vlag vastgestelde of nader vast te stellen voor waarden. Die Gouverneur is bevoegd, een of meer dier havens met het aangrenzend kustgebied tijdelijk voor deze vaart gesloten te ver klaren. Het is aan niet tot de kustvaart toegelaten vaartuigen ver boden, op de kust andere plaatsen aan te doen dan de genoemde. Er bestaat overtreding van dit verbod, wanneer een dergelijk vaar tuig, zonder aannemelijke gronden daarvoor te kunnen opgeven, bin nen een afstand van 5.5 kilometer of 3 Engelsche mijlen van het zeestrand der kust wordt aangetroffen. De uitoefening en het tijdelijk verbod der vischvangst voor gedeelten der kust worden aan bepalingen onderworpen, zoo noodig, door den Gouverneur van Atjeh te maken. De bepalingen voor het laden en lossen, het transport van en naar den wal en de visitatie worden door dien Gouverneur gegeven. Yoor de Westkust slechts een haven voor den algemeenen handel open te stellen, is te weinig. Het vervoer van peper en andere artikelen naar Poeloe-Raija voor de ver af liggende kuststaatjes op de toch zoo onstuimige Westkust is zeer bezwaarlijk en kostbaar. In de scheepvaartregeling, die in Atjeh van Juni 1883 tot October 1884 vigeerende was, noemde Scherer het eene fout, dat er op de geheele Westkust slechts een haven, Melaboeh, voor den algemeenen handel opengesteld was en „de klachten" daarover „gegrond" (1). Bij de blokkades en de sluitingen hebben de licentiën eene groote rol gespeeld. Wat men daaronder verstaat is reeds voldoende be kend. Ik behoef wel niet te zeggen, dat partieele blokkades of il) Hoe moet Atjeh gepacificeerd worden?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 383