874 marcheerd moet worden om nog voor het invallen van de duis ternis een bepaald punt bereikt te hebben, dan wel wanneer een bepaald vijandelijk object tot spoedig oprukken dwingt. Duidelijk is het, dat in een dergelijk geval, waarbij het traject zoo spoedig mogelijk moet doorloopen worden, van eenig ageeren naar de flank door infanterie geen sprake mag zijn. Ten einde nu den vijand op den noodigen afstand van de colonne te houden en ook hierbij tegen opdringen beveiligd te zijn, krijgt de cavalerie last om op een of beide vleugels te eclaireeren. De eclaireereude cavalerie op de flank lost zich op geheel overeenkomstige wijze op als de eclaireerende voorhoede-cavalerie. Zij formeert al- zoo een linie op de flank, op haar beurt gesteund door het gros en middels een of meer verbindingsruiters verband houdende met de flank der colonne. (Plaat II). Is er slechts één peloton cavalerie beschikbaar, dan wordt alleen dan op de flank geëclaireerd, wanneer de aard van het terrein in front zoo goed als geen tegenstand doet verwachten. Is dit laatste niet het geval, dan moet door de voorhoede-cavalerie in front geëclaireerd blijven en zoo ruim mogelijk op de bedreigde flank verkend worden, waartoe zelfstandige verkenningspatrouilles moeten worden uitgezonden. Is meerdere cavalerie aanwezig, dan wordt de beveiliging in front verricht in verband met die op de flanken. Oprukkende van Lampermeij naar Kroeng-Gloempang (zie plaat II) eclaireerde één peloton cavalerie in front en één peloton cavalerie op de rechter flank der colonne. (Atjeh 1896). Oprukkende van Indrapoeri naar Selimoen werd de rechterflank der colonne gedekt door twee pelotons cavalerie, die daartoe in het hooge terrein op die flank gelegen, ageerden, terwijl de linker flank der colonne tegen plotseling en onverwacht vuur beveiligd werd door een sterke verkenningspatrouille (Cav), welke daartoe den linker oever der Atjehrivier volgde. (Atjeh 1896). In algemeenen zin zien wij uit het bovenstaande, dat met aanwen ding van cavalerie op de flanken in de eerste plaats beoogd wordt: Beveiliging der flanken tegen plotseling en onverwacht vuurwaar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 403