521
verliesf, zich naast het paard te laten glijden en, zich aan de manen
vastho'udende, mee te zwemmen ot mee te laten trekken en hiermee
dus niet te wachten, totdat men, om welke oorzaken ook, niet meer
te paard kan blijven zitten.
II In 29a vindt men: „de teugels worden in dier voege aan
genomen, dat men de trensteugels alleen gespannen houdt en de
„stangteugels in groote bochten afhangen. Het besturen van het paard
„geschiedt zoo noodig met één hand."
Alle voorschriften zijn het er over eens, dat het besturen met de
teugels van het zwemmend paard, wanneer het bereden wordt, zeer
gevaarlijk is, door de groote kans, die men daarbij loopt achter
over te slaan en dat men dus het best doet, een knoop in de teu
gels te leggen, zoodanig dat zij niet afbaDgen (opdat het paard er
niet met de voorbeenen in slaat) en zich aan de manen vast te hou
den. Door een tikje tegen den hals, brengt men het paard wel in
de gewenschte richting.
Ik schaar mij aan de zijde dergenen, die teugelhulpen bij bereden
zwemmende paarden in welk geval ook, zeer gevaarlijk, dus afteraden
vinden.
III. In 29a vindt men den raad voor hen, die toch in den rijzit
te paard willen zwemmen, de knieën zoo vast mogelijk aan te drukken.
Ook op grond van hetgeen Hartmann hiervan zegt, lijkt dit mij
op de ademhaling van het paard, terwijl het zwemt, een nadeeligen
invloed te zullen uitoefenen (de singels worden immers ook van
te voren losser gegespt).
Staat men er dus op, te paard te blijven, in stede van er naast, dan
is het beter zooals in het Engelsche reglement en ook de schrijver
in 29b zegt, het lichaam hoven het paard te strekken, de voeten
aaneengesloten en zich zoo mee te laten trekken of te zwemmen.
De beste methode blijft echter, wanneer men geen hulpmiddelen
heeft, het vasthouden aan en het al of niet zwemmen naast het
paard gedurende den tijd, dat dit geen vasten grond onder den voet
heeft.
De overtochten door verschillende officieren in volledige uitrusting
uitgevoerd (zie hier voren) geschiedden allen op deze wijze.