888 De commandant van het detachement ziet in de heuvelrij a, b, c, met het riviertje d er achter, een terreinafscheiding, waarin de vijand zijn verder doorrukken zou kunnen beletten. De afstand van A tot deze terreinafscheiding bedraagt 2,5 K.m. en daar de heuvels a, b en c een ruim uitzicht naar voren opleveren, besluit hij naar die domineerende punten op te rukken om van daar het voorgelegen terrein goed te overzien en die heuvels vast te houden, totdat de colonne wat meer naar voren is Opgerukt. Na gedurende vijf minuten gestapt te hebben, wordt in draf over gegaan het voetpad blijft goed, op de rechterflank de rivier, op de linkerflank sawah, waarin hier en daar enkele heuveltjes, die later in heuvelterrein overgaan. De Esc. Comdt. gaat met den Commandant van het verkennings detachement voor- en zijwaarts naar een heuveltje op de linkerflank gelegen, om het op die flank gelegen terrein te overzien. Niets van den vijand bespeurende, keeren zij naar de spits terug en geven het teeken draf. Na 7 minuten gedraafd te hebben wordt in stap overgegaan, daar de rivier op de rechterflank een bocht maakt, met onbegroeide oevers en uitzicht geeft naar het aan gene zijde van de rivier gelegen terrein, waarin èn Esc. Comdt. èn detachements commandant eerst gaarne een kijkje nemen. Ook hier geen leven. De begeerde heuveltoppen worden nu genaderd, vooruit dus, in draf er been. „Kijk", zegt de Esc. Comdt. tegen den det. commandant, „wij nemen met de spits dien mooien hoogen top, die top links daar is voor de linker, die top rechts voor de rechter verkenningspatrouille". De luitenant wijst de patrouillecommandanten de toppen aan. Na een paar honderd meters afgedraafd te hebben, vallen er een drietal schoten van den rechts voorwaarts gelegen heuvel. Er wordt doorgedraafd tot op 500 M. voor de heuvels, waar de verkenningspatrouilles zijwaarts afbuigen en opgelost naar de voor hen bestemde heuvels rijden. Intusschen zijn er nog een vijftal schoten gevallen en daarbij blijft het, zoodat het gros meer nas- voren oprukt en de patrouilles doortastend tegen de heuvels oprijden, waarvan spoedig de toppen bereikt zijn (6,8 Y.M.) Dl. II, 1897. 68

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 414